Wat van Amsterdam is, moet van Amsterdam blijven.
Nederland wil 'De Vaandeldrager kopen', een doek van Rembrandt uit 1636. De Nederlandse staat is bereid om 150 miljoen euro op te hoesten de Vereniging Rembrandt doet er 15 miljoen euro bovenopen het dessertje is voor het Rijksmuseum Fonds met 10 miljoen euro. In totaal 175 miljoen euro dus dat keurig op de bankrekening van de Franse bankiersfamilie De Rothschild zal worden gestort. Daarna is Rembrandt weer van de Amsterdammers.
De aankoop verliep niet zonder obstakels, want de Fransen wilden geen exportvergunning geven en hoopten dat Franse musea het geld londen bijeen krijgen. Uiteindelijk werden de Fransen dan toch gecharmeerd door het chauvenisme van Nederlanders en lieten ze het doek gaan.
Rembrandt Van Rijn was een Amsterdammer – of beter hij werd een Amsterdammer, want hij is geboren in Leiden – en blijft dus een Amsterdammer. Amsterdam levert wel meer geniale zonen aan de geschiedenis. André Hazes bijvoorbeeld, de nachtegaal van de Jordaan. Doch, wanneer we ‘De Vaandeldrager’ – het bewuste schilderij waarop we een dertigjarige Rembrandt zien – naast een foto van Hazes leggen, dan lijken ze als twee druppels water op mekaar.
Zou reïncarnatie dan toch bestaan?