Van werkloos naar kansloos?
De federale regering wil de werkloosheidsuitkeringen in de tijd beperken. Een ferme maatregel met grote gevolgen, en dat baart de OCMW’s grote zorgen. Want wie uit de boot valt, komt niet vanzelf aan een job, maar mogelijk wél aan het loket voor een leefloon. “Onze dienstverlening staat nu al onder immense druk,” waarschuwt de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG).
De plannen van de regering zijn glashelder: wie te lang zonder werk zit, verliest zijn uitkering. Tot 100.000 Belgen dreigen op die manier hun maandelijks inkomen kwijt te raken. In Vlaanderen zou dat gaan om een kwart van die groep. De kans is groot dat ze aankloppen bij het OCMW. Of - wie weet - schrijven ze zich wel in het leger van ‘Theo de grote’.
“Uit onze inschattingen blijkt dat een derde tot de helft van die mensen bij ons zal belanden,” zegt Véronique Janssens, algemeen directeur bij de VVSG aan ‘VRT NWS’. Maar zomaar een leefloon krijgen? Vergeet het. “OCMW’s moeten eerst een sociaal en financieel onderzoek uitvoeren. En met de huidige druk op onze diensten is dat geen sinecure.”
OCMW’s kreunen al onder crisissen
De wachtrijen in de sociale diensthuizen zijn nu al zorgwekkend lang. “We hebben de ene crisis na de andere gehad,” zucht Janssens. “Eerst de coronacrisis, dan de Oekraïnecrisis, vervolgens de energiecrisis en de algemene stijging van de levensduurte. Mensen die het voorheen nét redden, kunnen het nu niet meer bolwerken.” De hulpvraag stijgt, en de mensen die deze moeten beantwoorden, zijn er gewoon niet. “Het vinden van sociaal werkers is vandaag een grote uitdaging. En dat terwijl we net méér capaciteit nodig hebben om deze mensen te begeleiden.”
Vergis je niet: wie een leefloon aanvraagt, wordt niet zomaar met een zak geld naar huis gestuurd. Er volgt een traject, vaak intensief en langdurig. “Mensen die uit de werkloosheidsuitkering vallen, hebben vaak al een afstand tot de arbeidsmarkt. Daar zitten niet alleen mensen tussen die geen zin hebben om te werken, maar ook mensen met psychische problemen, huisvestingskwesties of een gezondheidsproblematiek. Die los je niet zomaar op met een verplicht traject richting werk.”
Geld alleen is niet genoeg
Om de OCMW’s te ondersteunen, heeft de federale regering 400 miljoen euro opzijgezet. Maar daar hangt een strikje aan: de centen worden pas uitgekeerd als de OCMW’s resultaten kunnen voorleggen. En daar wringt het schoentje.
“Betaald worden per ‘succesverhaal’ klinkt goed in de theorie, maar in de praktijk is dat allesbehalve realistisch,” zegt Janssens. “Het gaat hier niet om mensen die gewoon wat lakser zijn in het solliciteren. Sommigen hebben zware drempels te overwinnen, en dat gaat niet met een magische ‘hop, terug aan het werk’-aanpak.”
VVSG eist daarom een plaats aan de onderhandelingstafel. “Als wij als lokale besturen de gevolgen moeten opvangen, dan willen we ook inspraak in de beslissingen die worden genomen. Wij weten als geen ander waar de knelpunten zitten.”
Sociale tijdbom?
Wat als de plannen doorgaan zonder de nodige ondersteuning? Dan steven we zonder meer af op een sociaal infarct. Mensen zonder werkloosheidsuitkering maar ook zonder recht op een leefloon, zullen elders moeten aankloppen: de voedselbanken, de schuldhulpverlening, of erger, de zwarte economie. En dat zou een boemerangeffect kunnen hebben op lange termijn.
“Als mensen écht geen kant meer op kunnen, wordt het voor ons als samenleving een pak duurder dan een paar maanden langer een uitkering betalen,” stelt Janssens. “Sociale zekerheid is geen kostenpost, het is een investering in stabiliteit.”
(foto: PD)