Wat doet een prins tijdens de zomervakantie terwijl vrouw en kinderen op vakantie zijn?
Tja, zoals elke gewone Vlaming neemt een prins al eens een verfborstel in zijn handen om de binnenmuren van zijn villa (eigenlijk van de Koninklijke Schenking) te verven. Die prins is dus Laurent, jongste zoon van Albert II (neen, niet Aldo V.) en Paola Ruffo.
En zelfs een prins moet die pot verf zelf kopen. De factuur belandt misschien wel bij de aftrekbare uitgaven van de prins. Dat moet het Rekenhof maar controleren. En net zoals gewone Vlamingen moet Monseigneur hiervoor naar een doe-het-zelfzaak. Aangezien de prins in de Druivenstreek woont, is een zaak in Overijse een logische keuze.
De zaak wordt wel niet alleen bezocht door doorluchtige hoogheden, maar ook door voormalige topgangsters en ontsnappingskoningen. Zo is ook ene Kaplan M. een vaste klant in de zaak. Toeval wil dus dat beide heren op een bepaald ogenblik samen in de zaak stonden. Beide heren – uiteraard met mondkapje – herkenden elkaar niet, of deden toch alsof.
Corona kan ook voordelen hebben...
(Thierry Debels)