De Nederlander Waldemar Torenstra is inmiddels over de helft van zijn roadtrip door Afrika. Hij reed vorige week in 'Ondersteboven van Afrika' door Rwanda, een land dat vooral bekend is van de genocide in 1994.
In een periode van honderd dagen kwamen bijna een miljoen Tutsi’s en gematigde Hutu’s om het leven. Maar Rwanda is inmiddels ook een van de modernste landen van Afrika en de economie zit in de lift, zo merkt Torenstra.
De Rwandese genocide was een volkerenmoord die in 1994 plaatsvond in het Afrikaanse land Rwanda. Gedurende deze genocide werden naar schatting 500.000 tot 1 miljoen Tutsi's (ongeveer 70% van de totale bevolkingsgroep) en gematigde Hutu's in een periode van 100 dagen, van 7 april tot 15 juli 1994, vermoord. De meeste moorden werden gepleegd door twee Hutu-milities, de Interahamwe, een jeugdmilitie van regeringspartij MRND, en de Impuzamugambi van de extremistische splinterpartij CDR.
Volgens Torenstra was die genocide impliciet de schuld van de Belgen omdat ze het onderscheid tussen Hutu’s en Tutsi’s hebben benadrukt.