En hij gooide zijn sloef tegen iemands muil.
Pantoffelhelden aller landen, verenigt u! Er was een tijd dat pantoffels, savatten op zijn West-Vlaams, iets voor opa’s en oma’s waren. Onmisbaar om tijdens die koude winterweekends te kijken naar de zoveelste heruitzending van Walker Texas Ranger, met een doos pralines op de salontafel.
Weg met dat stereotype-imago, want dankzij enkele rekels uit het West-Vlaamse Marke worden de sloffen van weleer een heus sportattribuut. Tijdens het Belgisch Kampioenschap Savatteschieten nemen de besten uit het land het tegen elkaar op om die uiterst begeerlijke titel te bemachtigen en wij? Wij waren erbij.
Savatteschieten, de nobele kunst der ‘schieten met savatten’. Het lijkt zo simpel allemaal. Je steekt je voet in een pantoffel en je schopt die zo ver mogelijk weg. Een podiumplaats zou voor een sportieveling als ikzelf (biljarten is ook sporten) eigenlijk een evidentie moeten zijn. Niet dus, want er komt een flink stukje techniek bij kijken. Ik analyseer de bewegingen van de tegenstanders die vlotjes de 30 meter halen. Licht overhellen, been niet helemaal gestrekt en vooral: een linkersloef aan je rechter voet plaatsen.
Voor amper 2 euro koop je hier een ticketje richting sterrendom, waarvoor je 5 keer een sloef mag weg knallen. Wat koop je de dag van vandaag nog voor 2 euro? Je krijgt er zelfs geen pint meer voor, maar in Marke kun je er zowaar wereldberoemd mee worden.
Eerste poging. Hoewel ik er volop voor ga en ik zonder twijfel een soort van Benny Hill-achtige pose moet hebben aangenomen, raakt mijn savat zo ongeveer 10 centimeter ver. In een poging mij van een afgang te redden, probeer ik mezelf eruit te lullen. “Ik was nog niet opgewarmd!” Het lijkt me sterk dat ze het hebben geloofd, maar desalniettemin een verdienstelijke poging. De tweede savat gaat al heel wat verder, alleen zit de geometrie niet meteen goed. Tientallen meters qua afstand, met als detail dat hij niet vooruit maar omhoog vliegt. De derde sloef vergaat hetzelfde lot en komt op het dak van een woning terecht en nummer vier zowaar tegen het gezicht van een toeschouwer.
Voor ik mijn laatste munitie om mijn voet trek, kap ik nog vlug een pint naar binnen. Moed indrinken heet zoiets en het lijkt dan nog te werken ook. Mijn vijfde pantoffel gaat als een speer richting goud, maar haalt net niet de top 5. Euforie, extase, wat zeg ik? Pure adrenaline giert door mijn lijf. Iedereen juicht en heel even voel ik me de baas der bazen. Dit is net het geheim van deze sport: zelfs de kleinste garnaal kan het halen van kolossen en uiteindelijk is iedereen hier winnaar. Enkel in Vlaanderen kun je wereldberoemd worden omdat je je aftandse sloefen laat vliegen. Wanneer wordt dit een Olympische discipline?
Volgend jaar zijn we opnieuw van de partij en gaan we volop voor het podium.
Zelf ook deelnemen? Alle nodige info is terug te vinden op Facebook.