Ik, mijzelf en mijn poedels.
Het poedeltje is een beetje verdrongen door de chihuahua. In de jaren zeventig had menig deftige dame een poedeltje. Kwatongen noemden ze wel eens k*ttenlikkertjes. Maar dat is voor de rekening van de kwatongen.
De poedels waren – en zijn nog altijd – in trek omdat ze niet ruiven. Dat is ook de reden waarom ze tegenwoordig worden gekruist met de labrador. De labradoedel dus.
De pure poedel komt in vier soorten: de Toypoedel, de Dwergpoedel, de Middenslagpoedel en de Koningspoedel. De man van de foto koos voor de laatste en gaf ze een heerlijke haarsnit. Nu ja, heerlijk? Moet kunnen