In de Wetstraat zijn ze nog niet aan de nieuw patatjes.
Aardappelen zijn in onze streken nog relatief nieuw. Eeuwenlang werden hier andere knollen gegeten: pastinaak of aardpeer. De aardappel bereikte pas in de 16de eeuw Europa, via de expansiedrift van de Spaanse conquistadores. En na wat kennismakingsproblemen - ze aten eerst de giftige vruchtjes in plaats van de knollen - is de aardappel nauwelijks weg te denken uit de Vlaamse keuken.
We bekijken aardappelen zelfs niet meer als een groente, maar als een vulmiddel dat onze eetlust moet verzadigen. Dat is anders in andere landen. In Frankrijk wordt er meer brood bij de warme maaltijd geserveerd en spelen de aardappelen een meer bescheiden rol.
“We zijn nog niet aan de nieuwe patatjes”, is een bekende Antwerpse uitdrukking, die aangeeft dat we nog niet zijn waar we moeten zijn. De heerlijke verwachting van nieuwe aardappeltjes door, iets om naar uit te kijken. Dé juligroente is dan ook de aardappel, volgende maand gevolgd door de tomaat.