Start Magazines Zoeken Shop Rubrieken

Tom Lanoye bestaat niet!

Stefan Lambrechts - 06-08-2023

Die schrijver bestaat wél, zeg je? Toch zeggen wij dat hij niet bestaat!

Als de ene zagevent de andere zagevent aanvalt, wat krijg je dan? Juist: een pamflet van Tom Lanoye. Daarbij horend een scheldtirade tegenover al wat volgens hem rechts is in dit land. Laten we beginnen me een punt waarmee we het eens zijn. Maar dan wel om andere redenen.

Bart De Wever is een zagevent. Daar dus niet van. Al 20 jaar klaagt en zaagt hij over vanalles wat slecht loopt. Al bijna 20 jaar zit hij mee aan de knoppen in de Vlaamse regering. Maar daar collaboreert hij met al wie het voorwerp is van zijn gezaag. In het federaal parlement bijvoorbeeld de conronamaatregelen onwettig noemen en veel kabaal maken. En in Vlaanderen hetzelfde KB vrolijk toepassen en de kleine kinderen zotte maskers opzetten. Dat is de N-VA van De Wever.

Lanoye vindt ook dat De Wever een zaag is, maar dan omdat hij het heeft over ‘identiteit’. Dat komt omdat Lanoye een slappe plasser krijgt iedere keer hij iets hoort dat met ‘nationalisme’ te maken heeft. De angst slaat hem dan om het scrotum en de endeldarm. Een fenomeen waar de krant ‘De Standaard’ een zwak voor heeft. Daar krijgen ze ook een wee gevoel in de buik als ze hun dichterlijke held zo zien creperen. Het gejuich stijgt dan uit de gazet op. De onverdraagzame mens in Lanoye vindt dat al wie het heeft over ‘identiteit’ onverdraagzaam is. En onverdraagzaamheid leidt tot steun aan het vermaledijde Vlaams Blok, en alzo tot bottinnen in de straat. Het is aan die bottinnen dat Lanoye een bloedhekel heeft. Dat strijdt met zijn gevoel voor mode. Zoals Jean Marie Dedecker het juist opmerkte: voor Lanoye is al wie een gestreken broek en overhemd tezelfdertijd aanheeft, een rechtse extremist. Laat staan dat daar nog een paar bottinnen bijkomt. “Eikes!” De enige onverdraagzaamheid die niet leidt tot het dragen van bottinnen in de straat, is die van Lanoye zelve natuurlijk. Hoogstens komt daar een paar hoge hakken van.

Lanoye beweert op boude wijze dat ‘woke-isme’ niet bestaat. De strijd van onder andere de Floridiaanse gouverneur DeSantis tegen woke is dus eigenlijk een fictie en bedoeld om de homo’s en andere linkse mensen te treffen. Maar die linkse wokisten hebben alleen maar een juiste mening. Het is om hen ‘af te serveren’ dat ze worden gecatalogeerd onder ‘woke’. Het soort framing dat hij de anti-woke-isten verwijt, is Lanoye zelf natuurlijk helemaal vreemd. Want anti-woke-isten, dat zijn allemaal nationalisten. Zoals Jean Marie Dedecker. En daar zit het grote doembeeld, volgens Lanoye. Wat die brave mens van een Jean Marie Dedecker in dit verhaal over nationalisten nu precies komt doen, is niet zo heel duidelijk. De man is tegen de geldstromen naar Wallonië en tegen de linkse politiek die in dat werelddeel overheerst. Maar een nationalist is toch wel wat anders. Maar hij is Guilty by Association: hij stond ooit als onafhankelijke op de N-VA lijst, en dat volstaat.

De endeldarm en het scrotum van Lanoye bezorgen hem spijtig genoeg meer emoties dan kennis. Zowel van het bedrijfsleven als de samenleving in het algemeen trouwens. Vooreerst is het vereenzelvigen van anti-woke met nationalisme een enormiteit op zich. Zij het dat er verzachtende omstandigheden zijn. Immers heeft De Wever hetzelfde verband gelegd. Alleen doet De Wever dat om zichzelf interessant te maken. Alle problemen van deze wereld zijn voor hem terug te brengen tot ‘identiteit’ en de glorie van de sterke nationale staat. De toverformule is overduidelijk: roep de Republiek der Nederlanden uit. Et voilà. Dat ons onderwijs de dieperik ingaat, dat de N-VA de coronacollaborateur heeft uitgehangen, dat Zuhal Demir kabels wil ophangen in West-Vlaanderen en de boeren het pus uit hun ogen wil krabben,… Dat gaat allemaal opgelost worden als er één Nederdietsche staat is.

Tarara natuurlijk. Om het in het schoon Aantwaarps te zeggen. Woke heeft totaal niets met nationalisme te maken. Het is op dit ogenblik vooral een gigantische plaag in Angelsaksische landen, met uitlopers in onze contreien. In de identiteit van de Engelstalige wereld is het volgen van allerlei geschreven en ongeschreven regels een bedrijfstraditie geworden. Tot in het absurde toe. Wie op de werkvloer naar de benen van een vrouw durft te kijken, bagels met maanzaad eet, vloekt, of godbetert zich iets meer dan een koffie laat trakteren door een leverancier, ziet zich in tal van ondernemingen met de geheel eigen doos op de straatkeien staan.

De woke-cultuur sluit daar naadloos op aan. Bij uitbreiding is het not anymore done iets te fezelen over kleurlingen, homo’s en andere letters van het alfabet (aangevuld met cijfers en tekens), religies allerhande, het vet op de buiken van de vrouwen èn de mannen en het eten van vlees. Wie dat aandurft, behoort tot de untermenschen van deze aarde en dat past niet in de CSR. De Corporate Social Responsibility. Ooit hebben ze op een forum van het WEF - toen aldaar de grote opkomst van lichtekooien nog niet gekend was - uitgerekend dat 60 procent van de waarde van een bedrijf bestaat uit haar reputatie. Daar waren geleerde wiskundige modellen speciaal voor in het leven geroepen.

Die bedrijfscultuur heeft in Groot-Brittannië ook de overheid besmet. Zowat een jaar geleden moest worden ingegrepen tegen hoge ambtenaren die hun tijd vulden met het rondsturen van memo’s. Over wat hun collega’s allemaal al dan niet mochten schrijven en zeggen, over hun houding tegenover allerlei minderheden, over hun noodzakelijke activiteiten om de klimaatopwarming tegen te gaan, over hun engagementen in betogingen en op straat en over de incorporatie van de Tai Chi-lessen in het betaalde werkurencurriculum van de zichzelf respecterende ambtenaar. Bepaalde lieden waren zo’n 200.000 euro per jaar aan’t verdienen om dat soort van woke-gedoe in de ambtenarij te verspreiden. Wokie-sme bestaat dus niet, aldus Lanoy.

Dan hebben we het nog niet over de beeldenstormen die her en der opsteken. Het hernoemen van campussen, straten en universiteitsgebouwen omdat de gerespecteerde wetenschapper naar wie het spul werd vernoemd, ooit op een onbewaakt moment eens publiek zijn broek heeft afgestoken. Of erger, een slaaf had. En nog erger, de zwarte medemens een ‘neger’ noemde. Maar wokisme bestaat niet hoor! Dixit Lanoye. Bij zoverre dat ze in Groot-Brittannië ene Nigel Farage uit de bank hebben gegooid. U weet wel, de Brexit-man met de grote mond (ook letterlijk) die Herman Van Rompuy een ‘schotelvod’ noemde, met het uiterlijk van een bankbediende. Wat in de tijd nogal ophef maakte, tot De Croo zichzelf een ‘dweil’ noemde. Het is wachten op een volgende Belgische politicus die zich vergelijkt met een plumeau. Er zijn er wel een paar die daarvoor in aanmerking komen. Onder andere die wiens naam begint met Charles.

Maar dit geheel ter zijde. Omdat de verbale meesterwerkjes van Nigel niet pasten in de door woke gekuiste ‘mening’ van de bank, werd de man als klant buitengesjot. Bij de zes andere banken waar hij ging aankloppen om zijn miljoenen op een rekening te zetten, zagen ze hem ook niet staan. Nigel moet overwegen om naar één of andere schurkenstaat te verhuizen om nog contactloos zijn boterhammen te kunnen kopen. Maar woke-isme bestaat niet, aldus Lanoye. De Britse regering kon daarmee niet lachen. Er werden regels in het vooruitzicht gesteld die de vrijheid van meningsuiting dienen te verzekeren zonder het gevaar te lopen naar de hoeren te moeten gaan met cash geld. De CEO van de bank moest intussen opstappen en er was zelfs sprake van dat de licentie van de bank zou worden ingetrokken.

Maar woke-isme bestaat niet. Wel, loop eens in ons land de eerste de beste marketeer binnen en vraag daar eens wat we de voorbije jaren allemaal niet meer mogen zeggen. Zelfs wie een nieuwe partij als Vrijheid opricht, wordt op het hart gedrukt om vooral niet te zeggen dat we zouden moeten debatteren over de doodstraf. We mogen ook niet zeggen dat het uitvoeren van doodstraffen gruwelijk is. Er zijn immers doodstraffen die blijkbaar niet gruwelijk uitgevoerd worden, en die verdienen de voorkeur om vermeld te worden. Geen kat die inziet wat een belachelijke toestanden dat allemaal zijn. Zo gewend zijn we nu al aan woke geworden.

Woke is ‘awareness’. ‘Wakker zijn’. Zoals een deel van de coronacritici zichzelf noemde. De anderen zien de realiteiten niet die zij wel zien. De mechanismen die spelen en die de wereld naar de verdoemenis leiden.

Aan de andere kant van ‘woke’ en ‘wakker’ staan de schapen, de nationalisten, de idioten, de intellectueel armoedigen, de complotdenkers, de controlled opposition en extreemrechts. Die laatste categorie omvat meteen alle categorieën die geen ‘schapen’ zijn. Hen valt het geluk te beurt te zullen ondergaan door natuurlijke selectie. Tot in een vonnis van een Brusselse rechter was te lezen dat wie het woord ‘staatsviroloog’ in de mond neemt, een “complotdenker” is. Om het eens anders te zeggen: al wie het niet met mij eens is, is een dom kieken. Bij uitbreiding een untermensch. Doordrongen van slechtheid.

Wel, Lanoye schakelt zich moeiteloos in in dat schouwspel. Elke nuance is weg. Al het slechte van deze wereld zit vervat in Bart De Wever en al zijn kornuiten van dichtbij of van veraf. Wie ooit in de frituur naast Bart De Wever twee frikandellen special heeft besteld, is meteen ook een nationalist. Dat zijn allemaal nationalisten die de deur openzetten voor extreemrechts als ze al zelf niet extreemrechts zijn. Wie het heeft over ‘identiteit’ is een idioot, en een dommerik en de mensen gaan daar niet meer naar luisteren. Daar moet dan in een pamflet en een perstirade van een uur over gezanikt worden.

Alleen gebruikt Lanoye daar niet zo’n low life scheldwoorden voor. Neen. Hij gebruikt eerder het ‘schoon Nederlands’ in zijn geschriften, dat hij tezelfdertijd aan Hesp en Co verwijt. Wel, bij deze: Tom Lanoy bestaat niet. Zoals woke-isme niet bestaat.

(Michael Verstraeten, Vrijheid)

Reacties

Resterende karakters 500
Nieuwsbrief Mis nooit meer het laatste nieuws, exclusieve aanbiedingen en boeiende verhalen van P-magazine! Schrijf je nu in voor onze nieuwsbrief en blijf altijd op de hoogte.
Zoeken