In oktober 2019 heeft minister Reynders het parlement meegedeeld dat een voormalig SS'er een pensioen ontving van Duitsland voor aan het Derde Rijk bewezen diensten.
Kamerlid Samuel Cogolati (Ecolo-Groen): “In 2021 zijn er nog steeds negen mensen die een nazi-oorlogspensioen krijgen. Sommige Belgen hebben daar recht op krachtens een decreet van Hitler dat hen de Duitse nationaliteit verleend als dank voor hun trouw.”
Cogolati stelde over dat dossier gisteren een vraag aan minister Van Quickenborne in de bevoegde Commissie. De minister: “De resolutie van 14 maart 2019 bepaalt dat men de autoriteiten van Noordrijn-Westfalen de gegevens moet overzenden van de Belgische collaborateurs en van de collaborateurs van een buitenlandse nationaliteit die in België verbleven tijdens de Tweede Wereldoorlog en die in België veroordeeld zijn geweest wegens daden van collaboratie met de nazibezetter. Ik heb me ertoe verbonden die lijst te verstrekken.”
Volgens Van Quickenborne bestaan er ongeveer 80.000 strafrechtelijke veroordelingen van collaborateurs. De minister: “Er worden initiatieven genomen om de personen die nog in leven zijn te identificeren.”
“De acties van de Belgische overheden werden steeds belemmerd door de Duitse weigering om de gegevens van de begunstigden van die omstreden pensioenen over te maken. We hebben niettemin bepaalde informatie verkregen. Op 19 januari 2021 ontvingen er nog negen personen een oorlogspensioen. Volgens Duitsland wijst niets erop dat zij voor collaboratie veroordeeld werden.”
“Volgens onze diplomatieke post in Berlijn heeft Duitsland in ruil voor belastinggegevens een lijst gepubliceerd met daarop de namen van de Nederlanders die Duitse oorlogsvergoedingen krijgen. De bewering van de Duitsers dat de bekendmaking van namen tegen hun wetgeving indruist, is bijgevolg een argument dat geen steek houdt.”
“Onze diplomatie zou verklaringen moeten eisen en de mogelijkheden moeten onderzoeken om de gewenste informatie in handen te krijgen. Indien we een antwoord krijgen, kunnen we verifiëren of de namen terug te vinden zijn op de lijst van veroordelingen.”
“Justitie is bezig met de uitvoering van de resolutie. Mijn kabinet staat in contact met de bevoegde procureur-generaal, met het College van procureurs-generaal en met Buitenlandse Zaken." Van Quickenborne tot slot: "We nemen deze zaak zeer ernstig.”