Start Magazines Zoeken Shop Rubrieken

Villaverhaal over Delcroix kwam van Martens

Thierry Debels - 04-11-2022

Humo begint in de loop van april 1994 te schrijven over de Zuid-Franse villa van minister Delcroix na een tip van Wilfried Martens. Het blad zet alle middelen in om de onderste steen om te keren. Er gebeurt weinig.

Pas eind 1994 begint Leo Delcroix echt in de problemen te komen. Het magazine Humo schrijft dan al maanden over de Zuid-Franse villa van Delcroix, maar het verhaal wordt tot dan niet opgepikt.

In vroegere gesprekken met het weekblad had Delcroix steeds beweerd dat hij geen villa in Frankrijk bezat. Maar oud-premier Wilfried Martens beweerde van wel. Humo trok daarop op onderzoek uit en ontdekte dat Delcroix via de firma Capricorne Sud wel degelijk eigenaar is van de villa.

Eric Donckier van HBVL vat de feiten dan samen voor de lezers. Het is het begin van het einde. “Op 12 januari 1990 richten de gebroeders Jean-Pierre, Marc, Lode en Eddy Bleyen de vennootschap Capricorne SUD SARL op. De akte wordt verleden in het kantoor van notaris Pierre Bernie in Le Lavandou. Het adres van de vennootschap is Route des Cigales 6 te Bormes-les-Mimosas, een exclusief privédomein met alleen vakantiewoningen dat luistert naar de naam Cap Bénat.”

“In maart 1990 wordt de akte neergelegd bij de handelsrechtbank van Toulon. Maar de gebroeders Bleyen zijn ondertussen als bestuurders vervangen door Dominicus Willemse en Leo Delcroix.”

De gebroeders Bleyen verkopen volgens Humo en HBVL hun 500 (4 x 125) aandelen in Capricorne Sud voor 50.000 Franse frank (circa 300.000 Belgische frank) aan Leo Delcroix (375 aandelen voor 37.500 FF) en diens echtgenote Els Dierckx (125 aandelen voor 12.500 FF). Volgens de Tribunal de Commerce in Toulon zijn Leo Delcroix en Els Dierickx nog altijd de enige eigenaars van Capricorne Sud en zijn Leo Delcroix en Dominicus Willemse nog altijd de beheerders van de vennootschap.

HBVL: “Het feit dat Leo Delcroix en zijn echtgenote eigenaars zijn van de vennootschap Capricorne Sud hoeft nog niet te betekenen dat zij ook de eigenaars van de villa zijn. Maar volgens Humo is ook dat het geval. Ze leiden dat af uit de jaarrekeningen van Capricorne Sud, zoals men die bij de handelsrechtbanken kan inkijken.” Het toont overigens aan dat het linkse Humo zeer diep gegaan is om de katholiek Delcroix ten val te brengen.

Volgens een fiscaal expert gebruikte Delcroix deze constructie om de fiscus te misleiden. Zo leende Delcroix zelf het nodige bedrag aan Capricorne Sud om de oprichtingskosten en de aankoop van de grond te betalen. Ook bij de bouw zelf zou geknoeid zijn geweest. De werkelijke kostprijs zou veel hoger liggen dan wat in de boeken staat genoteerd. Dat zou erop wijzen dat een deel van de werken in het zwart werd uitgevoerd. De fiscaal expert vermoedt ook dat de werken met zwart geld gefinancierd werden. De waarde van de villa wordt dan al op 70 miljoen frank (vandaag zou dat 10 miljoen euro zijn) geraamd. 

Er is meer: Delcroix zou ook postbodes illegaal ingezet hebben bij de bouw van de villa.

Tot slot kan men in het Humo-artikel volgens HBVL ook lezen dat het huis meer waard is dan er officieel voor betaald werd en derhalve voor een stuk in het zwart zou zijn gebouwd, en dat de villa te huur is voor 300.000 frank per maand maar dat in de jaarrekeningen van Capricorne Sud nergens gewag wordt gemaakt van deze inkomsten. Daarmee is de Limburgse niet-Humo-lezer ook op de hoogte.

De bal is dan echt aan het rollen. Delcroix is minister in de regering-Dehaene I (7 maart 1992 - 23 juni 1995), een coalitie tussen de CVP/PSC (39 en 18 zetels) en de PS/SP (35 en 28 zetels).

De oppositiepartijen VLD en de VU vragen zich af of minister voor Defensie Leo Delcroix niet moet aftreden. Zij nemen de beschuldigingen van het weekblad Humo ernstig, dat de minister zich schuldig heeft gemaakt aan fiscale fraude. Zelfs in de regering zijn er personen die twijfelen aan de politieke overlevingskansen van Delcroix.

Een dag later communiceert Delcroix. Hij geeft toe dat hij een villa heeft: “Toen mij de eerste vragen over de villa werden gesteld, in april dit jaar, hebben we de zaken verkeerd aangepakt. Dat weet ik nu.”

De minister kocht in de lente van 1990 in Cap Bénat te Bormes-les-Mimosas een stuk grond van de makelaar Psidonia voor 3,5 miljoen frank. Volgens de minister een gunstprijs omdat het ging om een van de laatste, kleinste, en niet zo gunstig gelegen stukken grond.

De redenen voor deze verkeerde aanpak zijn de afscherming van de privé-sfeer en de toen nakende Europese verkiezingen, waarvoor de minister kandidaat was. Op dat ogenblik was er ook veel herrie rond de villa van Guy Mathot in Zuid-Frankrijk, een persoon en een gegeven waar hij liefst niet mee in verband gebracht werd.

In het parlement is er dan een spoeddebat. Premier Dehaene wordt in de Kamer dringend ondervraagd door VLD'er Hugo Coveliers over de villa-affaire. Coveliers wil van de premier weten of Delcroix nog langer minister kan blijven.

De Tijd gaat dan ook dieper in op de relatie tussen Delcroix en de familie Bleyen. De Tijd: “Leo Delcroix is wel betrokken bij de groep Bleyen, en dat op verschillende manieren. Tot 7 mei 1993 was hij gedelegeerd bestuurder in het Bleyen-bedrijf Thales Industrial Group, dat tot de overkoepelende holding van de dienstengroep van de familie Bleyen had moeten uitgroeien. Die ambitie werd echter niet waargemaakt, de dienstengroep van de Bleyens groeide uit tot een grote financiële flop. Daarnaast waren Jean-Pierre Bleyen en Leo Delcroix tot halverwege 1993 bestuurder van het Genkse Autobusbedrijf Bronckaers, een familiebedrijf dat niet tot de Bleyen-groep behoort. Volgens het handelsregister is dit een autobusbedrijf, volgens eigen verklaringen een immobiliënkantoor dat zijn klanten vooral in Nederland zoekt.”

“Voorts heeft Delcroix gisteren toegegeven dat hij samen met zijn vrouw het Franse vennootschapje Capricorn Sud heeft overgekocht van de Bleyens om als vehikel te kunnen dienen voor de bouw van een villa aan de Azurenkust in het exclusieve privé-domein van Cap Bénat te Bormes-les-Mimosas. Die Franse BVBA Capricorn Sud werd in 1990 opgericht door de gebroeders Bleyen met een kapitaal van 50.000 Franse frank, zijnde het minimumkapitaal van een BVBA. In een interview met Het Belang van Limburg zegt Jean-Pierre Bleyen dat de vier broers de BVBA hebben opgericht om hun reeds bestaande villa in onder te brengen, maar dat dit juridisch te moeilijk bleek, zodat er alleen een lege schelp overbleef.”

“Op een persconferentie gisteren vertelde Delcroix dat hij begin 1990 met de gebroeders Bleyen in Zuid-Frankrijk verbleef omdat zij hem wilden overtuigen daar een investering te doen. Op dat ogenblik was Delcroix gedelegeerd bestuurder van Thales Industrial Group. Hij zou toen een perceel grond hebben gekocht voor het spotprijsje van 3 miljoen Belgische frank. De Bleyens stelden toen voor om Capricorn Sud over te nemen aan de nominale waarde van het maatschappelijk kapitaal. De aandelen werden volgens Delcroix overgedragen op 30 april 1990, hoewel de overdracht pas in december 1991 werd neergelegd bij de griffie van de handelsrechtbank van Toulon.”

Op basis van de gegevens waarover ze dan beschikken, blijft de CVP eind 1994 achter minister Delcroix staan. Dat heeft de woordvoerder van de CVP na de persconferentie verklaard. Ondanks die 'steun' neemt Delcroix toch ontslag. Hij wordt in die functie opgevolgd door de Overpeltse burgemeester Karel Pinxten. HBVL: “Dat is de even verrassende als snelle ontknoping van een affaire die er nooit een had mogen zijn, indien Leo Delcroix meteen open kaart had gespeeld over zijn villa in het Zuidfranse Bormes-les-Mimosas.” Later blijkt dat voorzitter Johan Van Hecke Delcroix vroeg om op te stappen.

Het villaverhaal is dan nog niet gedaan. De twee Noordlimburgse postbodes die in '91 zouden meegewerkt hebben aan de bouw van de villa van Leo Delcroix in Zuid-Frankrijk, hebben die week al het bezoek gekregen van de Bijzondere Belastinginspectie (BBI). Ook een derde postbode die na '91 meehielp aan de afwerking van de villa, heeft de BBI over de vloer gekregen.

De drie betrokkenen uit Neerpelt, Achel en Overpelt, en allen werkzaam bij de post in Hamont, waren niet voor commentaar bereikbaar of wilden “met de hele zaak niets meer te maken hebben”.

Eén van hen bevestigde HBVL wel, anoniem weliswaar, het bezoek van de BBI. “De BBI is inderdaad hier geweest. Ik heb aan de belastingen mijn verhaal gedaan en wens dat niet over te doen voor de pers. Het zijn allemaal leugens die neergeschreven worden. Ik heb niet in het zwart gewerkt”, aldus de betrokken postbode, die de aandacht voor de affaire Delcroix “kotsbeu” zegt te zijn. “Leo was en blijft een goeie vriend van mij. Ik heb hem een dienst bewezen en hij heeft mij een plezier gedaan. Ik vind het spijtig dat hij ontslag heeft genomen als minister.” Op de uitdrukkelijke vraag van HBVL om met zijn waarheid in de krant te komen, weigerde de betrokkene in te gaan.

De socialistische overheidsvakbond ACOD omschreef het laten werken van ambtenaren tijdens een loopbaanonderbreking aan een villa onder de vorm van “gratis arbeid in ruil voor vakantie” gisteren als “puur sluikwerk”. De ACOD vindt dat de inspecties dit moeten beteugelen.

Delcroix heeft de volgende dag een interview met HBVL. Hij heeft het moeilijk met de berichtgeving.  “Vooral het BRTN-televisienieuws van maandagavond heeft me pijn gedaan. Daarin werd ik afgeschilderd als een halve boef. Ik stel me trouwens heelwat vragen bij de combine Humo-De Morgen-BRTN-televisie.”

De BRTN (nu: VRT) geeft in reactie daarop een voor haar doen uitzonderlijk lange mededeling vrij waarin de verwijten van Delcroix worden weerlegd. Het gaat in feite om schieten op de boodschapper, aldus de mededeling waarin de werkwijze van de BRTN-redactie wordt verdedigd. Er wordt onder meer verwezen naar andere affaires waarin, ongeacht de politieke kleur van de betrokkenen op dezelfde manier werd gewerkt. De combine met Humo en De Morgen wordt afgedaan als een grove maar onjuiste beschuldiging. Humo had de TV-redactie wel degelijk getipt over het artikel, maar dat is een normale procedure in de pers, ook internationaal. Schieten op het BRTN-journaal is dus totaal onverantwoord. De hele zaak en het Humo-stuk hadden hoe dan ook tot de bekende afloop geleid, aldus nog de BRTN.

Aangezien Martens aan de basis ligt van de val van Delcroix, doet de zaak de verdeeldheid opnieuw opflakkeren tussen de Martens- en Tindemans-clans, een tegenstelling die al terug gaat tot eind de jaren-70. Vooral het feit dat Martens aan Humo de tip gaf dat Delcroix een villa heeft in Zuid-Frankrijk is daar de aanleiding van. Martens zelf verklaarde dat hij "te goeder trouw" heeft gehandeld en dat hij Delcroix zeker niet heeft willen schaden. Wie dat gelooft, is naïef.

Eric Van Rompuy later over die wissel Delcroix-Pinxten. Van Rompuy in De Morgen: "Neem Karel Pinxten. Hij werd minister van Landsverdediging bij gratie van Van Hecke, al diezelfde dag dat zijn voorganger Delcroix moest opstappen na dat interview in Humo over zijn villa in Zuid-Frankrijk. Ik zat die voormiddag met Pinxten in de kamercommissie Financiën, in de internationale zaal van het parlement. Pinxten had dat interview voor zich liggen en zei: 'Dat kan toch niet dat Delcroix dit overleeft.' Hij was er zeker niet rouwig om dat Delcroix dit overkomen was, hij zag Leo als een concurrent in Limburg. Pinxten is toen uit de commissiezaal gestapt, en om twee uur in de namiddag kwam hij als minister van Landsverdediging in de Kamer binnen. Intussen was hij al naar de koning geweest om de eed af te leggen. Van Hecke heeft Delcroix erg vlug laten vallen voor Pinxten, en Dehaene is akkoord gegaan."

Wilfried martens Karel pinxten Jean-luc dehaene Leo delcroix

Reacties

Resterende karakters 500
Nieuwsbrief Mis nooit meer het laatste nieuws, exclusieve aanbiedingen en boeiende verhalen van P-magazine! Schrijf je nu in voor onze nieuwsbrief en blijf altijd op de hoogte.
Zoeken