Van vredesduif naar dronefabrikant.
Na decennialange Vlaamse terughoudendheid tegenover alles wat naar oorlog of wapens ruikt, zet minister-president Matthias Diependaele (N-VA) een opvallend bochtje naar rechts. Vrijdag pakte hij uit met een heus Vlaams defensieplan, inclusief een ‘fonds’ dat tot 1 miljard euro aan investeringen in de militaire sector moet losweken. Vlaanderen - ooit bastion van vredesactivisme en ethische terughoudendheid - wil plots mee de oorlogseconomie voeden. Is dit strategisch beleid, of gewoon stoere symboliek?
Weg met de ethische reflex
De tijden van Magda Aelvoet liggen ver achter ons. In de jaren negentig stapte de toenmalige groene minister nog op uit de federale regering, omdat FN Herstal wapens wilde uitvoeren naar Nepal. Vandaag - nauwelijks een generatie later - is die ethische reflex in de Vlaamse politiek definitief geklasseerd. Niet dat Diependaele tanks op de Grote Markt laat parkeren, maar de koerswijziging is significant.
Centraal in het nieuwe plan staat een Vlaams Defensiefonds dat moet kunnen groeien tot 1 miljard euro – deels met overheidsgeld, deels met privaat kapitaal van banken, verzekeringsmaatschappijen en pensioenfondsen. Daarbij schrapt Vlaanderen ook de overgebleven regels die publieke steun aan defensieonderzoek grotendeels in de kiem smoorden. Tot voor kort waren subsidies nog verboden voor alles met een duidelijk offensieve toepassing, zoals vuurwapens of chemische wapens. Die filter verdwijnt nu.
Een militair fonds zonder leger
Opvallend is dat Vlaanderen geen leger heeft. De defensiebevoegdheid zit federaal. Wat de Vlaamse regering dus vooral doet, is haar economische arm uitstrekken naar de militaire industrie. Dat klinkt grootser dan het is. Vlaanderen telt namelijk amper volwaardige defensiebedrijven. Toch ziet het Brugse Sol.One nu al toekomstmuziek in de vorm van bewapende drones.
Doch, de roep om investeringen is volgens ingewijden met gezond verstand grotendeels gebaseerd op politieke drang, niet op economische noodzaak. “De reële kapitaalnood in de sector is niet in kaart gebracht,” klinkt het bij betrokken ambtenaren. Kortom: de pot is er, maar wat we erin gaan koken, blijft voorlopig onduidelijk.
Zelfs binnen de regering leeft scepsis. Open VLD-parlementsleden Jasper Pillen en Maurits Vande Reyde noemen het plan "overshooting". “De Vlaamse regering gaat wel heel fluks om met nieuwe schulden.”
De NAVO-norm: veel geld, weinig impact
Een van de frustraties is dat deze Vlaamse miljarden niet zullen meetellen voor de fameuze NAVO-norm van 2 procent van het bbp, waaraan België zich (onder druk) moet houden. Die norm geldt voor federale defensie-uitgaven, en hoewel Vlaanderen zich nu met een bocht van 180 graden in het debat werpt, levert dat geen directe punten op in Brussel of bij NAVO-topman Jens Stoltenberg.
Matthias Diependaele wuift dat bezwaar weg. “We hebben de vraag nog niet gekregen,” zegt hij, alsof de NAVO straks vriendelijk zal komen kloppen aan de Vlaamse Poort. De kans dat die regionale uitgaven uiteindelijk meegeteld worden, is klein. Tenzij België beslist om in het buitenland onze drone-onderdelen als troefkaart uit te spelen – wat gezien de huidige versnippering van bevoegdheden een administratief huzarenstuk zou worden.
Afrekening met een pacifistische traditie
Wat hier definitief sneuvelt, is het politieke taboe op investeren in wapentechnologie. Sinds 2018 versoepelde N-VA-minister Philippe Muyters al voorzichtig de regels. Subsidies werden toen toegestaan voor dual-use technologie – denk aan drones die ook pakketjes kunnen leveren. Maar nu vervalt ook die nuance. Alles wordt bespreekbaar, zolang er een ‘ethisch en strategisch adviescomité’ z’n zegen over geeft. Die instantie moet waken over morele grenzen, maar wie de juiste lobby inzet, kan die contouren waarschijnlijk soepel bijstellen.
Het is een afscheid van een lange Vlaamse traditie van ethisch omzichtig beleid inzake wapenexport en militair onderzoek. Dat die traditie ooit leidde tot communautaire stormen – denk aan de FN-dossiers met de Volksunie in de clinch met PS – lijkt vandaag irrelevant. In de woorden van onderzoeker Diederik Cops van het Vlaams Vredesinstituut: “De regering neemt inderdaad wat afstand van een pacifistische traditie, maar dat is nu eenmaal een gevolg van de geopolitieke context.” Dat klinkt als een totaal gebrek aan weerbaarheid vanuit het vredesinstituut. Het oorlogsnarratief werkt. De wereld is harder geworden, dus Vlaanderen speelt kritiekloos mee. Met welk plan? Met welke impact en welke langetermijnvisie?
Politieke profilering of structureel beleid?
De symboliek van het miljard is blijkbaar belangrijker dan de invulling ervan. Aanvankelijk wilde Diependaele dat bedrag volledig uit publieke middelen financieren. Onder druk van CD&V en Vooruit werd beslist dat minstens de helft privaat moet zijn. Maar hoeveel enthousiasme er leeft bij banken en pensioenfondsen om geld te pompen in een piepkleine defensiesector, blijft afwachten.
Voorlopig is het fonds vooral een politiek visitekaartje: kijk ons eens meedoen. Of het ook een duurzaam economisch én strategisch instrument wordt, moet blijken wanneer het stof oorlogsretoriek is gaan liggen.
(Foto: AI)