Relzoekers leiden de aandacht van het grote ongenoegen.
Het maakt in principe niet uit waartegen betoogd wordt. Als er morgen, zeg maar, een mars tegen de Barbiepop wordt georganiseerd in Brussel, sneuvelen er ‘s avonds winkelruiten. Dat levert twee problemen op: enerzijds het probleem van het geweld (tegen de politie), en anderzijds de strijd om de waarheid.
“Achter de coronamanifestatie in Brussel zat een goed geoliede machine van antivaxers die 50.000 betogers ronselde”, schrijft ‘De Morgen’ op maandag. Zij baseren zich daarvoor op de pamflettaire nieuwssite ‘Het Observatorium’ dat zichzelf omschrijft als "een onafhankelijke nieuwssite over hedendaagse vormen van fascisme en rechtsextremisme in België en internationaal". Dinsdag lezen we een heel andere titel in dezelfde krant: “Op de coronabetoging waren ook linksextremisten aanwezig, en die waren uit op ‘oorlog’.” Ditmaal baseren ze zich op gegevens van ‘Het Laatste Nieuws’. Doch, zo schrijft de De Morgen: “Of het klopt dat de Brusselse politie schijnbare linksextremisten oppakte, die na identiteitscontrole rechtsextremisten bleken te zijn? Die vraag werd zondagavond vanuit linkse middens gesteld. Er heerst daar blijkbaar zo veel ontzetting over de symbolen van anarchisten en antifascisten die opdoken bij de betogers, dat ze niet kunnen geloven dat het werkelijk om geestesgenoten ging.”
Wat er ook van zij, het leidt de aandacht wel af va het waarom van de betoging van “het grote ongenoegen”. Een stoet – zo noemt Rik Van Cauwelaert de betoging in ‘De Afspraak’ – van mensen die zich niet achter een vlag verschuilen, maar hun verontwaardiging uitschreeuwen over de gang van zaken. Een hybride betoging – zo noemt minister Annelies Verlinden het – van ontevreden mensen. Net zoals de gele hesjes zijn ze lang niet allemaal ‘georganiseerd’ en gemobiliseerd. Of ze gelijk hebben, of niet, laten we in het midden, maar je kan hun schreeuw niet negeren. Noch, het alleen maar hebben over het geweld achteraf.