Midden de jaren tachtig wordt commissaris Yves Zimmer door substituut Vandoren belast met een (informatie)onderzoek over mogelijke pedofilie in en rond Brussel (B38.11.562-84). Een informant heeft immers concrete details over strafbare activiteiten in een kapsalon aan de Louizalaan. Daar zouden seksfeesten met minderjarigen plaatsvinden. Daarnaast wordt ook een villa in Tervuren aangeduid.
Opvallend detail: in dat kapsalon worden de vrouwelijke leden van de Belgische koninklijke familie onder handen genomen. Dan Fabiola en Paola, later Astrid en Mathilde.
Yves Zimmer stond in die periode aan het hoofd van de sectie zeden van de Brusselse Gerechtelijke Politie (GP). In 1984 begon hij op grond van de verklaring van een informant ('Mao') een onderzoek naar seksfuiven met minderjarigen in het Brusselse.
Dat gebeurde volgens de informatie 's nachts, tijdens de weekends, in chique villa's en er waren hooggeplaatsten uit de politieke, justitiële en financiële wereld op aanwezig. Zimmer werkte volgens auteurs Annemie Bulté, Douglas De Coninck en Marie-Jeanne Van Heeswyck een strategie uit waarbij een koppel 'in opdracht' dit milieu moest infiltreren in de hoop daders op heterdaad te betrappen bij feiten met minderjarigen. Die minderjarigen werden niet gevonden. De seksfeesten wel.
Over André Vandoren doet volgens De Tijd het cowboyverhaal de ronde als zou hij bij de rijkswachttop hebben geïnformeerd naar het bestaan van videocassettes waarop hij zelf zou te zien zijn. Rijkswachtcommandant Willy De Ridder werd daarover kort gehoord. De Ridder was formeel: nooit had Vandoren met dergelijke vraag bij hem aangeklopt.
Journalist Walter De Bock onderzocht de roze balletten. Zijn nota's zijn hier terug te vinden.