De Britse actrice en tv-presentatrice Joanna Lumley ging op de VRT (opnieuw) op zoek naar de verborgen parels van twee landen in het Caribisch gebied: Cuba en Haïti. Gisteren was ze in Cuba.
Lumley kan haar bewondering voor Guevara niet verstoppen. Volgens haar hing - en hangt - de poster van 'el Che' op elke studentenkamer. Op mijn kot was dat in elk geval niet het geval.
Minder geweten is dat Guevara in april 1965 op aandringen van Castro naar Congo vertrekt om daar leiding te geven aan de heimelijke Cubaanse operaties in Afrika. Cuba steunde immers de pro Lumumba Marxistische Simba-beweging in de Democratische Republiek Congo (het voormalige Belgisch-Congo).
Guevara ondersteunt in Congo concreet het guerrillaleger van Laurent-Désiré Kabila. Dit rebellenleger wordt echter nooit een macht van enige betekenis.
Wanneer legergeneraal Mobutu met de steun van de CIA aankondigt het buitenlandse huurlingenleger te ontmantelen, brokkelt de steun voor de revolutie in de omringende Afrikaanse landen af. Met name de houding van Tanzania maakt een succesvolle revolutie onmogelijk. In november van dat jaar trekt Guevara zich terug met slechts een handvol overlevenden van de Cubaanse troepen.
Op 8 oktober 1967 werd Guevara opgepakt tijdens een door de CIA georganiseerde militaire operatie van het Boliviaanse leger. Hoewel de CIA hem voor ondervraging in leven wilde houden, werd Guevara de dag na zijn gevangenname geëxecuteerd. In juli 1997 zijn de overblijfselen van Guevara en zes van zijn kameraden naar Cuba overgebracht en in oktober 1997 met militaire eer bijgezet in een mausoleum in Santa Clara. Het was daar dat Lumley haar bewondering uitsprak.