Wie had gehoopt dat we een najaar zonder verplichte mondmaskers zouden meemaken, is eraan voor de moeite. Experts willen dat we ze ook tijdens de herfst en de winter dragen. Dat blijkt uit een advies van expertengroep GEMS aan het Overlegcomité. Is dat wel een goede beslissing?
Merkwaardig genoeg is er vandaag - net zoals bij het begin van die crisis - nog steeds geen wetenschappelijke overeenstemming over het nut van die mondmaskers. Het mondmasker - zeker verplicht gedragen door kinderen in de klas - is zelfs een beetje het symbool geworden van de anti-vaxxers, hoewel er natuurlijk geen verband is tussen de afkeer voor een vaccin en een mondkapje.
Zeker is dat mondmaskers in sommige omstandigheden niet nodig zijn. We hebben het overigens zelf gezien: een vrouw was in een rustige omgeving aan het fietsen met een mondmasker aan. Niet echt zinvol. In de herfst in een overvol treincompartiment daarentegen met hoestende en niezende medereizigers? Zelfs in pre-coronatijden is dat geen pretje en in dat geval zou ik wel een goed mondmasker dragen. Er zijn nog andere virussen dan het coronavirus.
Leerlingen een hele dag verplichten om met een mondmasker les te volgen? Is dat wel een goed idee? Het moet in elk geval verschrikkelijk zijn (al was het maar omdat we onze kinderen dwingen om gehoorzaam te zijn) en dat is hopelijk wel degelijk een beeld dat we volgend jaar niet meer hoeven te zien. Dus als we onze kinderen dit aandoen, moet er wel een goede wetenschappelijk onderbouwde argumentatie zijn. Is die er ook?
Over de effectiviteit van maskers wordt vandaag, na anderhalf jaar, merkwaardig genoeg dus nog steeds gedebatteerd. Concreet vertonen chirurgische maskers 'penetratiepercentages' van 30 tot 70%. Gezien het grote aantal deeltjes dat wordt uitgestoten bij ademhaling en vooral bij niezen of hoesten, is het aantal deeltjes dat maskers kan binnendringen dus aanzienlijk, wat een van de belangrijkste redenen is voor twijfels over hun effectiviteit bij het voorkomen van infecties. Studies hebben dan ook inconsistente resultaten aangetoond, waarbij sommige studies slechts een marginaal voordeel of zelfs geen effect van maskergebruik rapporteerden.
Een recente studie (Face masks effectively limit the probability of SARS-CoV-2 transmission) in toptijdschrift Science kan die wisselende resultaten wiskundig verklaren. Transmissie via de lucht is een van de belangrijkste routes voor de overdracht van respiratoire virussen, waaronder SARS-CoV-2. Maskers kunnen mensen op twee manieren beschermen: broncontrole, vermindering dus van de emissie en verspreiding van respiratoire virussen door druppeltjes en aerosolen in de lucht, en bescherming van de drager, waardoor het inademen van luchtwegvirussen wordt verminderd.
Samengevat stellen de onderzoekers dat mondmaskers algemeen bekeken en in sommige gevallen wel degelijk nut kunnen hebben. Vandaar ook de titel van hun publicatie. Ze laten wiskundig zien dat de werkzaamheid van maskers sterk afhangt van het aantal virussen in de lucht. Als er weinig virusdeeltjes zijn, dan zijn chirurgische maskers nuttig. In het extreme geval waarbij je een kamer met besmette of zieke coronapatiënten zonder ventilatie hebt, heeft een chirurgisch masker geen enkele zin. De drager zal na een tijdje toch besmet worden. In een klaslokaal zonder ventilatie met besmette leerlingen zal het aantal virusdeeltjes uiteindelijk ook zo hoog zijn dat gewone mondmaskers dus ook niet effectief zijn.
Samengevat kunnen mondmaskers volgens de auteurs van de studie dus wel degelijk de verspreiding van het nieuw coronavirus remmen. Het nut ervan wordt volgens de auteurs wel overschat. Zoals steeds in de wetenschap is het geen zwart-witte situatie, maar een grijze zone.