Da’s net het omgekeerde van wat het op papier is.
Bij de vorige BMW 1-reeks was er nog de M140i. Een compacte hatchback met een zes-in-lijn in het vooronder, die desgewenst enkel de achterwielen aandreef. Een beest van een auto – we weten het, want we hebben er mee gereden.
Bij de nieuwe 1-reeks is het allemaal een beetje anders. Die kreeg omwille van het praktische aspect – meer binnenruimte, daar zou hard over geklaagd zijn bij de vorige generaties – voorwielaandrijving in de basis, en vierwielaandrijving in de straffere modellen.
Dat maakt de nieuwe 1 minder speciaal, want nu is hij eigenlijk net hetzelfde als concurrenten als pakweg de Mercedes A-klasse.
En nu we toch de Benz erbij halen: er is de Mercedes-AMG A35, een soort van light-AMG. BMW heeft in de nieuwe 1-serie dan weer een light-M: de M135i.
Beiden hebben ze een 2-liter viercilinder onder de kap, die 306 pk naar de vier wielen stuurt. De Benz zet 45 kilogram minder op de weegschaal dan de BMW. Theoretisch gezien zou de Mercedes dus de snelste moeten zijn. Mercedes geeft voor de AMG A35 een tijd van 4,7 seconden op voor de 0 – 100 km/u-sprint, BMW voor de M135i 4,8 seconden.
Onderstaande heren trokken verschillende sprintjes met beide auto’s, maar in de praktijk blijkt de BMW toch de strafste te zijn.
