In een peer reviewed artikel verschenen in het tijdschrift Immunology (april 2022) 'New-onset autoimmune phenomena post-COVID-19 vaccination' geven de onderzoekers een overzicht van de mogelijke auto-immuunmanifestaties na coronavaccins. Het gaat om 10 auto-immuunziekten. Ze geven ook een aantal mogelijke verklaringen hiervoor.
Het Pharmacovigilance Risk Assessment Committee (PRAC) van het Geneesmiddelenagentschap EMA is eind vorig jaar al een onderzoek gestart waarbij nagegaan wordt of auto-immuunhepatitis (AIH) (een aandoening waarin het immuunsysteem de lever aanvalt en beschadigt) een bijwerking van de coronavaccins van Pfizer en Moderna kan zijn. Dat schreven we hier.
Volgens de ‘factcheckers’ van Knack is het onwaarschijnlijk dat er een link zou zijn tussen de coronavaccins en die ziekten. Knack in een eerder verschenen stuk: “Volgens de vaccinologe (Corinne Vandermeulen) is het hoogst onwaarschijnlijk dat een mRNA-vaccin zo'n auto-immuunreactie zou veroorzaken. 'Ik heb in nog geen enkele studie of rapport iets gelezen over auto-immuunziekten die zouden zijn opgetreden na covidvaccinatie.' Ook vaccinologe Leroux-Roels heeft hier geen weet van.” Volgens Knack vertellen sommige dokters dus 'onwaarheden' hierover.
De onderzoekers vinden nu wel een mogelijke link tussen die coronavaccins (vooral de mRNA-vaccins) met diverse autoauto-immuun ziekten zoals autoimmuun leverziekten, GBS en IgA-nefropathie (zie onder). IgA-nefropathie (of ziekte van Berger) is een zeldzame auto-immuunziekte die een ontsteking van de nieren veroorzaakt (glomerulonefritis) en geleidelijk tot blijvende nierschade (nierinsufficiëntie of nierfalen) kan leiden.
De plausibele mechanismen waarmee COVID-19-vaccins leiden tot auto-immuunmanifestaties omvatten moleculaire mimiek, de productie van bepaalde auto-antilichamen en de rol van bepaalde vaccinadjuvanten. Adjuvanten zijn stoffen die de immunogeniciteit van antigenen versterken. Om dit te bewerkstelligen wordt het adjuvant eerst gemengd met het antigeen en vervolgens geïnjecteerd. Adjuvanten worden vaak gebruikt voor klinische doeleinden zoals bij vaccinaties om zodoende de immuunrespons tegen een antigeen met een lage immunogeniciteit te verhogen. De meeste coronavaccins bevatten wel geen adjuvanten in de strikte zin van het woord. De onderzoekers beschouwen mRNA en de LNP hier als adjuvanten.
Belangrijk is ook dat de auteurs van het artikel verder onderzoek vragen. Het toont opnieuw aan dat inzicht in de werking en vooral mogelijke bijwerkingen van vaccins een onderzoek van zeer lange adem is.