Er is verrassend en tegelijk goed nieuws uit Spanje. Uit onderzoek blijkt dat de niveaus van IgG-antilichamen tegen het SARS-CoV-2 spike-eiwit stabiel blijven, of zelfs verhogen, zeven maanden na een infectie.
Immunoglobulinen (afgekort Ig), ook antistoffen of antilichamen genoemd, zijn Y-vormige eiwitmoleculen die door het afweersysteem van de mens en andere gewervelde dieren worden geproduceerd als reactie op antigenen.
Een antigeen (Engels: antigen, afk. van antibody generator) is een molecule die zich bevindt aan het oppervlak van een pathogeen (een virus of bacterie). Antigenen zijn specifiek voor iedere soort bacterie en virus. Bij een infectie door een pathogeen herkent het afweersysteem van de geïnfecteerde gastheer de pathogeen aan de hand van de soortspecifieke antigeen. Vervolgens maakt het afweersysteem de antistof aan die de pathogeen zal gaan bestrijden.
Er bestaan verschillende vormen antilichamen: immunoglobuline A (IgA), D (IgD), E (IgE), G (IgG), en M (IgM). Ze worden allemaal gemaakt door B-lymfocyten, maar onder verschillende omstandigheden.
De resultaten, gepubliceerd in Nature Communications, ondersteunen ook de eerder gelanceerde hypothese dat reeds bestaande antilichamen tegen verkoudheidscoronavirussen kunnen beschermen tegen COVID-19.
Het onderzoeksteam uit Spanje analyseerde bloedmonsters van 578 personen, genomen op vier verschillende tijdstippen tussen maart en oktober 2020. Voor de duidelijkheid: er waren toen nog geen coronavaccins. De onderzoekers zijn in de wolken: “Het is verbazingwekkend dat we zelfs een toename van IgG zagen bij 75% van de deelnemers vanaf maand vijf, zonder enig bewijs van herblootstelling aan het virus," verklaart Gemma Moncunill, senior co-auteur van de studie aan Eurekalert.
Wat antilichamen tegen menselijke verkoudheidscoronavirussen (HCoV) betreft, suggereren de resultaten dat ze kruisbescherming kunnen bieden tegen COVID-19-infectie of -ziekte. Dat is een hypothese die al eerder werd gelanceerd.