De Engelse variant van Covid-19 zou niet alleen besmettelijker zijn, maar nu ook gevaarlijker. Gevaar is natuurlijk een abstract concept en daarom gaf de Britse premier Boris Johnson gisteren concrete informatie.
Globaal bekeken heeft een persoon van 60 jaar (een boomer dus) één kans op 100 om te sterven aan de gevolgen van het nieuw coronavirus. Dat zijn bijna allen mensen met andere onderliggende ernstige ziektebeelden zoals (zeer) hoge bloeddruk, hartproblemen of diabetes.
Anders gesteld zullen van die 100 besmette zestigers wel 99 patiënten genezen. Het zijn dezelfde cijfers maar onze hersenen verwerken die informatie anders.
De gevaarlijke Engelse variant dan. Deze zou dus 20 tot 30 procent dodelijker zijn. Neem diezelfde groep van zestigers. In plaats van een mortaliteit van 1 op 100 is dat dan 1,2 of 1,3 op 100. Dat zijn wel fracties die doorgaans naar beneden afgerond worden.
Johnson gebruikte gisteren andere cijfers die indrukwekkender zijn. Op 1.000 besmette zestigers sterven er 10. Dat is nog altijd maar 1 procent, maar het komt wel harder binnen. En door die dodelijke variant sterven er dus 12 of 13 op 1.000 zestigers. Er overleven ook 987 of 988 patiënten van die groep.
De Britse Daily Mail beschuldigde Johnson gisteren terecht van bangmakerij. Dat is het ook. Het menselijke brein is niet zo goed met getallen en percentages. Dat weten we uit een tak van de economie: de behavioral economics. Het verklaart onder andere waarom mensen zich zo vaak laten vangen en waarom politici burgers zo goed kunnen manipuleren.