Vrijdagavond was ik nog eens in Brussel. Ik had daarvoor afgesproken met een parlementslid en op weg naar het station zag ik een oude bekende naast de wagen van zijn baas.
Het zit zo. Toen ik nog voor Jean-Marie Dedecker werkte, had ik regelmatig een babbel met zijn chauffeur - God hebbe zijn ziel - Ignaz. Er waren minstens 2 zaken die ons verbonden: onze liefde voor echte muziek en onze voorkeur voor goede sigaren.
Ignaz nam me ooit mee naar zijn collega’s die prominenten, ministers en kamerleden vervoerden. Zo heb ik - laten we hem Jan noemen - ontmoet.
“Dag Jan”, zei ik. “Aan het wachten op je baas?”
Jan antwoordde bevestigend. Zijn baas was druk aan het vergaderen in het Egmontpaleis, dat stadspaleis gelegen aan de Wolstraat in Brussel. Het werd vanaf 1560 opgetrokken door Francisca van Luxemburg en haar zoon Lamoraal van Egmont en heeft in de loop der tijden talrijke verbouwingen gekend. Er werd vergaderd over de coronacrisis.
Jan stak een sigaret op. Hij mocht niet roken van zijn baas in de wagen. Dat is natuurlijk niet helemaal onbegrijpelijk. Ignaz en ik staken al eens sigaar op in een lokaal van het federale parlement en uiteraard was niet iedereen daar blij om.
“Wil je eens iets weten, Thierry?” vroeg Jan die avond. Uiteraard wil ik iets weten.
“Een van onze nieuwe ministers heeft een nogal vreemde gewoonte als het over zijn chauffeur gaat”
Ik vroeg Jan uiteraard of het om zijn baas ging, maar dat bleek niet het geval.
Onderschat overigens het samenhorigheidsgevoel van deze chauffeurs niet. Dat kon ik al vaststellen toen Ignaz me naar zijn collega’s neenam.
Jan: “Neen, het gaat om een minister die bepaalt hoe zijn chauffeur het stuur moet vasthouden.”
“Nu maak je me wel nieuwsgierig, Jan”, repliceerde ik.
“Het is een minister die oplegt dat zijn chauffeur zijn handen op ‘tien voor twee’ moet houden.”
Ik vertelde Jan dat over deze kwestie toch tal van meningen te vinden zijn, maar de algemene consensus tegenwoordig toch is dat je je handen op “kwart voor drie” houdt.
Dit was vroeger anders, de minister heeft allicht nog de “tien voor twee”-methode aangeleerd.
Jan: “Dat is waar. Als reden voor de lagere plaatsing wordt met name de invoering van de stuurairbag aangevoerd. Wie zijn handen helemaal links en rechts van het stuurwiel houdt loopt ook geen risico dat een krachtig uitklappende airbag zijn handen raakt.”
Zelf rijd ik met een nog lagere positie - de Amerikaanse “twintig voor vier”.
“Dus als ik het goed begrijp, Jan. Die minister dwingt zijn chauffeur dus om zijn handen op een bepaalde manier op het stuur te houden?”
Jan: “Dat is helemaal juist. Meer nog: die minister heeft ooit een chauffeur uitgekafferd omdat zijn handen niet precies op die ‘tien voor twee’-houding stonden”, vervolgde Jan.
Op dat ogenblik kreeg Jan melding dat de vergadering van zijn baas gedaan was. Volgens hem zouden ze de horeca in België voor een maand sluiten. “Het zijn weer de Walen die ons dat opgelegd hebben”, zei hij nog. “Nog steeds slikken we hun dictaten.”
En weg was Jan, met de BMW van zijn baas. Hoe zijn handen op het stuur stonden, kon ik niet zien...