Betogen in Brussel voor betere werkomstandigheden? Wie heeft het al eens niet gedaan?
Maar denk eraan, ook al worden onze eisen niet altijd ingewilligd, het kan altijd erger, kijk maar naar landen als Bangladesh, india en Pakistan die onze drang naar fast fashion moeten zien te verwerken.
Want wat is er nu beter dan een T-shirt kopen voor minder dan de prijs van een lidkaart van de OpenVLD? Nu ja, misschien een wereld waarin onze oceanen niet veranderen in een gigantisch chemisch soepbad van verfstoffen en microplastics.
Maar hé, laten we ons vooral niet laten afleiden door het feit dat jaarlijks ongeveer 92 miljoen ton textielafval wordt geproduceerd, waarvan een aanzienlijk deel verdwijnt in landen zonder fatsoenlijke afvalverwerking. Lekker duurzaam bezig.
En wat doen we met die fantastische koopjes? We dragen ze gemiddeld zeven keer voordat ze worden afgedankt. Want als je een shirt zo goedkoop kunt kopen, mag je natuurlijk geen kwaliteit verwachten. De vezels zijn zo dun als de excuses van kledingmerken voor hun milieu-impact, en binnen no time ruilen we het om voor de volgende flitsende trend.
Ondertussen kost de textielindustrie wereldwijd 10% van de totale COâ‚‚-uitstoot, oftewel meer dan de luchtvaart en scheepvaart samen.
Maar geen zorgen, want die kleding belandt natuurlijk in een verwerkingsfabriek zoals deze, waar alles netjes gerecycled wordt. Of ja, ‘netjes’ is misschien niet het juiste woord.
Deze plekken zien eruit als het liefdeskind van Marc Van Ranst, een industriële nachtmerrie en een post-apocalyptische rampenfilm. Hier worden kledingstukken teruggebracht tot vezels, zodat we de illusie van circulariteit kunnen volhouden.
En wie mag dat doen? Arbeiders die werken in omstandigheden waar Dante nog een extra kring van de hel voor had bedacht.
Maar goed, zolang wij ons shirt voor een paar euro kunnen scoren, is het allemaal de moeite waard, toch?