Al is er wel wat opknapwerk aan…
Halfweg jaren zeventig speelde men bij Audi met het idee om een personenwagen te gaan maken met vierwielaandrijving. De slogan van het merk, ‘Vorsprung durch Technik’, was namelijk zo’n beetje in de vergetelheid geraakt en Audi wilde daar graag opnieuw mee uitpakken.
Als basis voor het prototype werd de Audi 80 genomen, die de mechanische vierwielaandrijving van een DKW Munga – een militair voertuig – kreeg. Testpiloten schrokken zich een hoge hoed op Oostenrijkse, besneeuwde bergweggetjes: de auto had verdorie nog veel meer tractie dan ze hadden kunnen dromen. Soit: Audi’s quattro was geboren.
In 1980 stelde Audi de quattro Coupé voor op het Autosalon van Genève. Hij werd niet alleen bijzonder warm ontvangen als straatauto, ook in de rallysport behaalde hij heel wat overwinningen.
Van deze ‘urquattro’ werden 11.452 exemplaren gebouwd, waarvan er inmiddels al heel wat overleden zijn. Wie vandaag een fris exemplaar wil, die moet al snel meer dan 50.000 euro op tafel leggen.
En dan is er deze rode Quattro Turbo… Een exemplaar dat gebouwd werd in 1985, en in 1993 in het bezit kwam van de huidige eigenaar. Wat de brave man bezielde weten we niet, maar toen er omgerekend een slordige 280.000 kilometers op de teller stonden, zette hij de auto op assteunen. En daarop staat hij na 25 jaar nog steeds.
Zoals je op de foto’s kunt zien, heeft al dat stilstaan hem niet bepaald deugd gedaan. De auto wordt geveild via Classic Car Auctions, men hoopt er 10.000 euro voor te vangen.
