Autofabrikanten in Europa hebben de keuze: of meer elektrische wagens verkopen, of een pittige 15 miljard euro aan boetes riskeren tegen 2025. Maar wat als… de man in de straat geen elektrische auto wil?
Met slechts 11 procent van de verkochte auto's die nu elektrisch zijn, zien bedrijven zoals Renault hun toekomstige winst verdampen. Dit gaat niet om de verre toekomst, maar over een directe dreiging. Als we blijven zoals we zijn, wordt het of minder auto’s bouwen of een massale afslachting van productie. Europa wil alleen nog maar stekkers, maar de mensen willen hier niet in mee.
Autofabrikanten zijn nu aan het rekenen: kunnen ze het zich veroorloven om 2,5 miljoen minder auto’s te bouwen? Dat zou ongeveer een kwart van de Europese markt zijn – een gigantische hap uit de productie en mogelijk het begin van het einde voor sommige autobedrijven. En dat allemaal omdat de Europese Unie ons naar een groene, CO2-vrije toekomst wil duwen.
De Meo haalt een andere vijand aan: de Amerikaanse EPA-methode, die bepaalt hoe veel CO2 een wagen werkelijk uitstoot. De Dieselgate-schandalen hadden al flink wat roet in het eten gegooid, maar nu blijkt dat benzine- en dieselwagens gemiddeld 20 procent meer uit te stoten dan de testen aangeven. Europa wist dit, maar wil het nu afdwingen.
Het mag duidelijk zijn: autofabrikanten worden richting elektrische wagens geduwd, of ze willen of niet. Terwijl we nog steeds vasthouden aan benzine en diesel, lijkt de toekomst elektrisch te zijn – maar tegen welke prijs?
