We weten niet goed of we nu moeten huilen van het lachen, of van pure miserie.
Huilen met een hele pettenwinkel op de kop, is het alleszins. Straks moeten we allemaal in elektrische auto’s gaan rijden. De auto op dinosap moet helemaal dood. Hoe ze straks al die elektriciteit voor al die EV’s gaan opwekken, dat weten ze nog niet. Maar goed, dat zijn zorgen voor morgen.
Wat voor fabrikanten al de zorgen van vandaag zijn, is: hoe kunnen we auto’s maken voor de diehard-petrolheads. Voor sommige mensen is een auto een handig ding om van punt A naar punt B te geraken.
Er zijn echter ook mensen die een auto met hun hart kopen, in de plaats van met hun verstand. Voor hen is hun vierwieler een brok emotie. Het zal hun saucisse wezen dat een elektrisch gebak een halve seconde sneller optrekt naar de honderd. Het zijn de volbloedpaardjes onder de kap die heerlijk geurende benzine drinken, en hun gehinnik en geprot dat via de uitlaat voor een oorgasme zorgt.
En dan is er nog iets met versnellingen. Hoewel de manuele versnellingsbak meer en meer achterwege gelaten wordt vanwege emissienormen, hebben sportieve auto’s – dat soort dat je kiest voor de emoties – flippers achter het stuur, waardoor je die automaat toch nog manueel kunt bedienen als je dat wenst. Want ja: een automaat heeft nog steeds verzetten. Een stuk of twee, drie meer zelfs dan een handbak: vandaar dat automaten tegenwoordig veel zuiniger zijn.
Een elektrische auto daarentegen, die heeft geen versnellingen nodig – uitgezonderd voor- en achteruit dan. Een elektrische motor kan enkele tienduizenden toeren per minuut draaien, voldoende voor een topsnelheid van rond de 200 km/u. Theoretisch kan die nog veel hoger liggen, maar in de praktijk loopt een EV zelfs al vroeger in de begrenzer. Daar zijn enkele redenen voor. Ten eerste: bij een EV zou het verbruik op hogere snelheid veel te hoog liggen. Je zou je batterij van ‘vol’ naar ‘leeg’ rijden in luttele minuten. Ten tweede: hoe meer elektriciteit de kabels van batterij naar motor moeten ‘vervoeren’, hoe heter die worden. En een EV is sowieso al een licht ontvlambaar ding…
Maar goed, we dwalen af. Bij Lexus menen ze nu iets gevonden te hebben, om toch emotie in een elektrische auto te krijgen: een simulerende handbak.
Geen mechanische onderdelen dus, want het is allemaal nep. Sensoren interpreteren de input van de bestuurder, waarna een nep motorgeluid uit de speakers weerklinkt. Een toerenteller die onbestaande toeren registreert, maakt het plaatje compleet.
Enerzijds wel knap dat ze erop zijn gekomen natuurlijk. Maar anderzijds: dan kan je beter achter je Playstation kruipen. Dat scheelt je misschien ook nog enkele verkeersboetes.
Lexus is developing a manual transmission for electric cars, and here's a first look at a working prototype. Is this the future of the driver's car? https://t.co/sUIaspEpeO pic.twitter.com/aaTUBz6qGg
— evo magazine (@evomagazine) December 5, 2022
