Volgens een Japans model is Omikron besmettelijker dan Delta (tussen 3 en 6 keer). Intrigerend genoeg heeft volgens het Sato Lab (Kei Sato) Omikron wel minder fusogeniciteit dan Delta. De fusie tussen het virus en onze cellen verloopt dus moeilijker en dat is goed nieuws voor ons.
Op het moment dat de spike zich door middel van het RBD bindt aan de lichaamscel, start de voorbereiding van het fusieproces. Voordat fusie mogelijk is moet allereerst S1 van S2 worden losgemaakt. Die splitsing vindt plaats op het punt waar S1 en S2 aan elkaar gekoppeld zijn, dat wil zeggen in het verbindingsstuk tussen S1 en S2. De biologische schaar wordt gezet in de keten van aminozuren die zich daar bevindt.
Het spike (S) eiwit van Delta wordt wel efficiënt in twee gesplitst in subeenheden (S1 en S2), die celfusie mogelijk maken. Dat lukt bij Omikron moeilijker door de mutaties. Na hechting versmelt de virale envelop met het membraan van de gastheercel, waardoor het virus binnendringt.
Verder infecteert en verspreidt Omikron zich in het hamstermodel slecht in de longen en is het minder pathogeen (ziekteverwekkend) in vergelijking met Delta en voorouderlijk SARS-CoV-2. De gegevens suggereren dat die gegevens nauw verbonden zijn met virale pathogeniciteit waardoor Omikron geëvolueerd is om verhoogde overdraagbaarheid en verzwakte pathogeniciteit te vertonen.