De wereldbeker voetbal gaat verder zonder de Belgen.
De natie heeft er nooit in geloofd. Wie zag er een auto met de Belgische driekleur door de straten scheuren? Voetballen doe je niet alleen met de voeten, het hoofd moet ook willen. Geloven en willen winnen. Zullen we alle analyses achterwege laten? Laten we wel wezen, voetbal is geen quantumfysica. Het heeft er nooit ingezeten: te weinig, te middelmatig, te gezapig, geen dash, geen risico’s.
Dit is het einde van een generatie die de bijnaam ‘gouden generatie’ kreeg, doch nooit goud haalde. Tien jaar geleden brak er in het Koning Boudewijnstadion een nieuw tijdperk aan. Na jaren vol teleurstellingen kloppen de Rode Duivels in 2012 met een jonge, talentvolle ploeg grote buur Nederland. Van Martinez was toen nog geen sprake. Het was pas toen Marc Wilmots er niet in slaagde om te tonen dat er met deze spelers prijzen konden gewonnen worden, dat de bond op zoek ging naar een alternatief.
Na een lange zoektocht vond men ene Roberto Martinez, een Spanjaard die al de helft van zijn leven in Engeland woonde, voetbalde en coachte. Dat hij in zijn negen jaar als trainer slechts één prijs pakte (de FA Cup met Wigan in 2013) en clubs het over het algemeen slechter deden na zijn komst dan voordien, bleek geen probleem. Martinez was niet te duur, kende de competitie waar het grootste deel van onze sterspelers speelden … en veel andere keuze was er eigenlijk niet voor de bond. Doch, de man kon het goed uitleggen. Of beter hij verstond de kunst om met heel veel woorden niet te antwoorden op een vraag. Altijd positief, dat wel, ook al was er weinig goeds te melden.
Dat kunnen we nu ook nu niet: iets goeds melden. Het heeft geen zin om te zoeken naar excuses. We hebben het niet gehaald. Nee, deze ploeg miste de grandeur van een wereldkampioen. Toegegeven het laatste half uur tegen Kroatië waren ze à point. Maar een een half uurtje spelen met lef is niet genoeg. We gaan met amper één gemaakt doelpunt naar huis.
Eindigen doen we volgaarne met de humor van Urbanus: “Ge moogt naar huis gaan.”
