In de leeftijdsgroep 5 tot 17 jaar geeft het coronavaccin (een primair schema) na 200 dagen een negatieve ‘bescherming’ tegen symptomatische infectie.
Sciensano deelt de betrouwbaarheidsintervallen (BI) niet mee, maar op basis van onderstaande grafieken kunnen we afleiden dat in dat geval het BI tussen -12,5% en 0% ligt. De gemiddelde ‘bescherming’ moet dus -6,25% bedragen. De informatie staat in het laatste weekrapport van Sciensano over de coronasituatie in ons land.
Het gaat om jongeren die daarvoor geen infectie hadden en dus geen immuniteit hadden op basis van die besmetting.
Merk op dat een primair schema met een booster in deze groep van niet eerder besmette kinderen en tieners de ‘bescherming’ 0 procent benadert na 100 dagen. De linkergrens van het BI is wel telkens negatief. In mensentaal biedt dus een primair schema met een booster geen bescherming tegen besmetting na die periode voor die leeftijdsgroep.
Onderstaande grafieken geven een schatting van de effectiviteit van vaccinatie tegen symptomatische infectie voor de leeftijdsgroepen 5-17 jaar, 18-44 jaar, 45-64 jaar en 65 jaar en ouder, voor de periode vanaf 3 januari 2022 (>80% van de ziektegevallen geïnfecteerd met Omikron-variant) tot en met 18 september 2022.
Per leeftijdsgroep worden de (meest) relevante vaccinatiestatussen weergegeven: voor mensen onder de 45 jaar wordt de impact van een primair vaccinatieschema en de 1e boosterdosis weergegeven; voor mensen ouder dan 45 jaar wordt de impact van de 1e en 2e boosterdosis weergegeven.
Daarnaast wordt in de grafieken ook de bescherming geboden door de combinatie vaccinatie en voorgaande infectie (elke infectie sinds 2020) weergegeven. De x-as geeft het aantal dagen weer nadat de bescherming van het vaccin gestart is (na de laatste dosis + 14 dagen), zodat de duur van bescherming gemonitord kan worden. In alle gevallen bestaat de vergelijkingsgroep uit personen uit dezelfde leeftijdsgroep die niet gevaccineerd zijn, en geen eerdere infectie met COVID-19 hebben doorgemaakt.