Medische frontlinie: artsen in opleiding krijgen militaire training.
De Belgische universiteiten gooien hun witte jas aan de kapstok en trekken een camouflagevest aan. Vanaf volgend academiejaar krijgen geneeskundestudenten het militaire narratief ingelepeld in de vorm van een cursus: oorlogsgeneeskunde wordt een integraal onderdeel van de opleiding. Want - zo beweert men - een medische opleiding die zich beperkt tot de dagelijkse praktijk in ziekenhuizen en huisartsenpraktijken is niet langer voldoende in een wereld waar conflicten de kop opsteken.
Van het labo naar het slagveld
De roep om medische professionals die niet enkel weten hoe ze een gebroken arm moeten gipsen, maar ook hoe ze een schotwond moeten behandelen, komt niet uit de lucht vallen. Defensie en Volksgezondheid dringen aan op een herziening van het curriculum, zodat toekomstige artsen weten wat te doen als ze plots te maken krijgen met oorlogstrauma’s. Want als de nood het hoogst is, zijn goed opgeleide hulpverleners van levensbelang. Moeten we nu bang zijn, moeder?
Experten aan de macht
Zoals in elke crisis, worden experten naar voor geschoven om te bewijzen dat het narratief geen verzinsel, maar bitter ernst. Ook nu weer gaan we - zoals tijdens de coronacrisis - richting ‘alle-macht-aan-de-(vrije)expert’. En jawel, een expertengroep - zo vernemen we - werkt aan de praktische invulling van geneeskundige militaire project. Dit kan variëren van een keuzevak voor geïnteresseerde studenten tot een volwaardige extra masteropleiding. Ook andere medische richtingen, zoals kinesitherapie en verpleegkunde, krijgen hun portie weerbaarheidstraining.
Oorlogstrauma’s zijn geen ziekenhuisroutine
De klassieke opleiding geneeskunde spitst zich toe op aandoeningen en letsels die zich in een reguliere ziekenhuiscontext voordoen. Maar een conflictzone is geen ziekenhuis. In een oorlogssituatie - zo leren we - draait het niet alleen om het correct behandelen van wonden, maar ook om het maken van levensbepalende keuzes. Wie wordt als eerste geholpen? Hoe triageer je patiënten bij een massale instroom van gewonden? Hoe zorg je ervoor dat een schotwond niet eindigt in een amputatie door een infectie? Dit zijn scenario’s die in een oorlogssituatie dagelijkse realiteit worden, en waar toekomstige artsen nu systematisch op voorbereid zullen worden. Artsen moeten dus klaar zijn om de vreselijke wonden die de wapens van Francken & co zullen veroorzaken, aan te kunnen.
Gaan we er dan vanuit dat het oorlog wordt, of is het een zoveelste trucje om de extreme uit onze portemonnee die naar Defensie gaat, te verantwoorden?
De dreiging van nieuwe oorlogstechnologieën
De aard van conflicten is de afgelopen decennia drastisch veranderd. Vroeger kon een dokter met basiskennis van trauma’s en chirurgie zich al behoorlijk redden in een noodsituatie. Maar vandaag is dat niet meer voldoende. Drone-aanvallen zorgen voor andere soorten verwondingen dan klassieke explosies, en chemische en biologische wapens brengen een volledig nieuwe uitdaging met zich mee. Ook bacteriële oorlogsvoering wordt een realistisch scenario waar artsen rekening mee moeten houden. De lespakketten worden dus niet alleen uitgebreid met kennis over militaire spoedchirurgie, maar ook met inzichten in chemische en biologische dreigingen.
Voorbereiding is geen paniekzaaierij
De beslissing om militaire geneeskunde op te nemen in het curriculum is geen doemdenken, maar realisme. Zo moeten we het zien, toch? Tot slot nog dit afsluitende zoethoudertje (we citeren): “Niemand hoopt dat Belgische artsen ooit massaal hun skills in een oorlogssituatie moeten toepassen, maar de kans dat ze er ooit mee geconfronteerd worden, is niet onbestaande. Medische studenten krijgen daarom niet alleen de tools om in een ziekenhuis te functioneren, maar ook om te presteren wanneer de structuren van de gezondheidszorg tijdelijk of volledig in elkaar storten. In een wereld waar geopolitieke spanningen hoog oplopen, is de beste verdediging een goede voorbereiding.” Geen paniekzaaierij, toch? of zie jij dat ook anders?
(Foto: Shutterstock)