Op het internet doet dit (letterlijk) broodjeaapverhaal de ronde. Het COVID-19 vaccin van AstraZeneca en Oxford University heeft gevaarlijke nevenwerkingen. Het bedrijf heeft bij de ontwikkeling gebruik gemaakt van een adenovirus dat voorkomt bij chimpansees. Dat heeft drastische, onvoorziene gevolgen: mensen die gevaccineerd worden, veranderen langzaam in apen. Ze krijgen een pels en gaan op een chimpansee gelijken. Erger nog: ze worden ook chimpansees.
De VRT: “Waar dit chimpansee-verhaal dan vandaan komt? Het werd gelanceerd in Rusland, mogelijk om het vaccin van AstraZeneca en Oxford University in diskrediet te brengen. Rusland heeft zelf ook een vaccin in de pijplijn zitten, Sputnik-V. Dat lijkt echter niet goed van de grond te komen. Dan is het natuurlijk handig als de concurrentie in een slecht daglicht gesteld wordt.”
Specialisten zeggen terecht dat we de bezorgdheid van zogeheten anti-vaxxers ernstig moeten nemen. Het chimpanseeverhaal is uiteraard niet correct, maar heeft wel een (beperkte) grond van waarheid. Daarvoor moeten we even terug in de tijd.
Het vaccin tegen polio (kinderverlamming) dat hele populaties in de Tweede Wereldoorlog kregen toegediend en dat genoemd werd naar de uitvinder Jonas Salk, is uiteraard een weldaad voor de mensheid geweest. Polio bestaat bij ons niet meer, is zo goed als uitgeroeid en is misschien over enkele jaren - net als de pokken - van de aardbol verdwenen. Ontzettend veel mensen hebben aan dat vaccin hun leven te danken. Maar vóór 1963 heeft niemand geweten dat de toediening ervan ook een apenvirus bij de mens heeft aangebracht.
Het Belang van Limburg: “Er is in Texas een rapport gepubliceerd waarin het voor mogelijk wordt gehouden dat dit virus verantwoordelijk is geweest voor sommige vormen van kanker. Dat is nog volstrekt niet zeker. Meer doorgedreven onderzoek dringt zich op. Ondertussen is wél zeker dat de inenting tegen polio - nog altijd een verplichte vaccinatie in ons land - sinds 1963 volstrekt veilig is.”
Professor Marc Van Ranst van het labo virologie van het Leuvense Universitaire Ziekenhuis en verbonden aan het Rega-instituut geeft eind de jaren negentig duiding: “Het is al jaren een bekend gegeven dat miljoenen mensen die tussen het midden van de jaren vijftig en het jaar 1963 het Salk-vaccin toegediend kregen, grote kans hebben gelopen om besmet te zijn geworden met SV40, een polyoma-virus dat zeer vaak voorkomt bij apen.”
“Het waren apen die de niercellen leverden voor de aanmaak van het Salk-vaccin. Midden jaren zestig, in het ene land al iets vroeger dan het andere, is het Salk-vaccin volledig gezuiverd van SV40 en grotendeels vervangen door het Sabin-vaccin, gegarandeerd vrij van het 'apenvirus'. Het SV40-virus lijkt zeer sterk op JC en BK, twee menselijke virussen die bij tachtig procent van de populatie voorkomen."
"In het labo en bij proefdieren is gebleken dat het SV40-virus bepaalde tumoren kan veroorzaken maar bij de mens is een direct verband nooit onomstotelijk vastgesteld. In Texas is zopas een studie verschenen, van de hand van Dr. Janet Butel van het Baylor College of Medicine (gepubliceerd in het Journal of the National Cancer Institute) waarin gesteld wordt dat sporen van SV40 zijn aangetroffen in bepaalde vormen van longkanker (mesothelioom) die nu blijkbaar méér voorkomen dan vroeger. Deze kankervormen werden in het verleden - terecht overigens - aan de nefaste invloed van asbest toegeschreven. Van de andere kant is die vorm van longkanker ook gevonden bij mensen die nooit met asbest in contact zijn gekomen.”
“Momenteel bestaat er geen harde evidentie dat het SV40 de oorzaak is van het ontstaan van tumoren. Dat Texaanse rapport suggereert het tegendeel maar er bestaan tal van andere rapporten die dat tegenspreken. Eén ding is zeker: het vaccin dat sinds 1963 tegen polio is toegediend, is veilig en efficiënt.”
Vandaag gaat de discussie overigens verder.