Het aandeel van Omikron blijft volgens sommigen steken op net geen 85 %. Een andere meting geeft dan weer een dominantie aan van bijna 100 procent. Wat is het nu?
Via moleculaire surveillance kan de genetische diversiteit van het coronavirus volgens Sciensano in kaart gebracht worden en de evolutie daarvan opgevolgd worden. Dit is mogelijk via sequentieanalyse van het volledige virale genoom (Whole Genome Sequencing: WGS), een techniek die een maximale zekerheid geeft over het type variant.
De laboratoria die sequentieanalyses uitvoeren zijn gegroepeerd in het sequentieanalyseconsortium dat nu uit een vijftiental laboratoria bestaat die verspreid zijn over heel België. De peillaboratoria werken samen met het sequentieanalyse-consortium om een zogenaamde basis-surveillance uit te voeren, d.w.z. een sequentie van een steekproef uit de PCR-positieve stalen die representatief is voor de hele populatie. Momenteel is de doelstelling om tussen 5% en 10% van de positieve stalen te analyseren in het kader van de basis-surveillance om de genetische diversiteit van de circulerende virussen op te volgen.
Daarnaast bestaat er echter ook een 'actieve' surveillance. Hierbij worden sequentieanalyses (WGS) uitgevoerd op specifieke stalen (waaronder bepaalde reizigers die terugkeren uit een rode zone, een selectie van uitbraken, bepaalde gevallen van herinfectie en bepaalde infecties na vaccinatie). Deze actieve surveillance heeft als doel om snel de opkomst van nieuwe varianten te identificeren, alsook om de eigenschappen en de ernst van de verschillende varianten op te volgen.
Volgens die actieve surveillance heeft Omikron een overwicht van bijna 100 %. Het verschil in percentage is dus afhankelijk van de meting.