Een zakenkabinet, met een beperkte bevoegdheid, dat meteen na de verkiezingen aan de slag kan gaan. Dat is het voorstel dat N-VA-voorzitter Bart De Wever in het publiek gooide, op de nieuwjaarsreceptie van zijn partij.
Het voorstel is niet nieuw. Verrassender is dat koning Boudewijn tijdens zijn regeerperiode minstens 2 keer aan een dergelijk kabinet dacht.
De eerste keer in 1960. De Congocrisis van dat jaar zet de relatie tussen koning Boudewijn en de regering immers op scherp. Dat het tussen beide partijen niet echt botert, is een understatement.
Boudewijn vindt immers dat de politici er niets van bakken. Hij zou het dossier helemaal anders aanpakken. Helemaal ongelijk heeft de vorst niet. Het is een beetje zoals vandaag.
‘De Congocrisis brengt het kabinet Eyskens zowel in binnen- als buitenland in diskrediet,’ noteert auteur Emmanuel Gerard. ‘België wordt door de Verenigde Naties veroordeeld en de publieke opinie in België roept om meer doortastendheid.’
Boudewijn heeft een snood plan bedacht. Hij wil de hele regering van premier Gaston Eyskens weg. Hij droomt van een zakenkabinet met sterke en onafhankelijke figuren. ‘Hij rekent vooral op de oud-premiers Paul Van Zeeland – een favoriet van het Hof – en Paul-Henri Spaak,’ aldus Gerard. Spaak is dan secretaris-generaal van de Navo. Met beiden heeft Boudewijn vanaf 4 augustus geheime ontmoetingen.
Twintig jaar later droomt Boudewijn opnieuw van een zakenkabinet. ‘Volgens hem (de koning) lag de oplossing in een beperkt kabinet waarin enkele sterke mannen zouden zetelen,’ vertelt een voormalig kamerlid. Dat kabinet zou herstelmaatregelen kunnen doordrukken, los van de partijpolitiek.
Deze keer moet industrieel André Leysen volgens Boudewijn in dat kabinet zetelen. Het toont aan dat de ideeën van Boudewijn over de parlementaire democratie in zijn land niet zo ver staan van die van zijn vader.
Sommige rechtse krachten dringen ook bij de vorst aan om zijn gezag te doen gelden. ‘Het is waar dat Boudewijn door zeer diverse kringen werd benaderd met soms fantastische voorstellen,’ bevestigt Emmanuel Gerard.
In zijn biografie schrijft Leysen daarover het volgende: ‘Dat de koning met iemand met een ‘zwart’ jeugdverleden over een eventueel ministerschap of liever nog de leiding van een regering sprak, was toch opmerkelijk.’
Boudewijn had na de val van de regering Martens III zeker gedurende een jaar tot anderhalf jaar een zakenregering onder leiding van Leysen voor ogen. Op die manier kon de parlementaire democratie omzeild worden. Volgens Jos Bouveroux is dat laatste overigens het beste bewijs ‘dat Boudewijn wel degelijk de zoon van Leopold III was’.
Een politicus beweert tot slot dat Boudewijn in die periode ronduit verbitterd was. Hij begreep niet dat er mensen waren die ‘opgeruimd en jolig waren’.
Terug naar het voorstel van De Wever. In tegenstelling tot het verleden zal er deze keer geen steun komen van het paleis. Een paar jaar geleden kreeg De Wever wel de zegen van Filip. de deal was dat N-VA de monarchie gerust zou laten. Dat gebeurde ook. Deze keer is het voorstel het uitkleden van België. Dat levert zeker een Lakens veto op.
Foto: cover boek - uitgeverij Houtekiet & T.Debels