In 1 op 7 Vlaamse gemeenten hebben politici meer uitgegeven dan ze mochten.
De strijd om de kiezer heeft in Vlaanderen een prijskaartje, en dat blijkt in zeker 42 gemeenten hoger te zijn opgelopen dan wettelijk toegestaan. Politieke partijen en kandidaten hebben bij de lokale verkiezingen in 2024 meer met geld gesmeten dan de regels toelaten. Doch, de gevolgen blijven uit. Sancties? Die lijken vooral een papieren tijger, zonder tanden en zonder daadkracht. Een diepere blik op de cijfers onthult een zorgwekkend patroon: wie te veel uitgeeft, komt er bijna altijd mee weg.
Openbare rekeningen, gesloten ogen
Voor het eerst heeft de Vlaamse overheid verkiezingsuitgaven van lokale politici en partijen online raadpleegbaar gemaakt. Gedurende tien dagen kon de burger met een paar muisklikken zien hoeveel flyers, affiches en advertenties er tijdens de sperperiode – van 1 juli tot 13 oktober – werden bekostigd. Het totaalplaatje? Meer dan 26 miljoen euro, netjes verdeeld over ruim 34.000 aangiften.
Maar de datamining door ‘De Tijd’ onthult een opvallend probleem: in 42 Vlaamse gemeenten werd het uitgavenplafond genegeerd. En niet zomaar een beetje. In sommige gevallen spendeerden kandidaten en lijsten tot 2,5 keer het wettelijk maximum. Van Antwerpen tot Zwalm en alles daartussen, het regent overtredingen.
Spelregels zonder ref
De Vlaamse kieswet voorziet in een maximaal bedrag dat lokale politici mogen spenderen. Hoeveel dat is, hangt af van het aantal kiesgerechtigde inwoners in een gemeente. In een grootstad zoals Antwerpen mogen partijen tot 126.863 euro spenderen, terwijl het plafond in kleinere gemeenten zoals Brasschaat op 30.646 euro ligt. Individuele kandidaten mogen daar nog eens een veel kleiner bedrag bovenop gebruiken: in Antwerpen 9.031 euro, in Brasschaat slechts 2.294 euro.
Maar de controle op die uitgaven blijkt een wassen neus. Zolang niemand een klacht indient, worden overtreders niet eens op de vingers getikt. Een proactieve controle? Die bestaat niet. Sancties zoals boetes, schorsingen of zelfs het ongeldig verklaren van een mandaat blijven dus vrijwel altijd uit. Volgens politicoloog Bart Maddens (KU Leuven) is dat een probleem: “Het risico bestaat dat partijen doelbewust de regels aan hun laars lappen, ervan uitgaand dat ze toch niet gestraft worden.”
Foute boekhouding of foute bedoelingen?
Het meest schrijnende voorbeeld komt uit De Panne, waar de lijst Het Actieplan met kersvers burgemeester Wim Janssens de wet compleet naast zich neerlegde. Het wettelijke plafond? 10.088 euro. De aangegeven uitgaven? Een hallucinante 28.200 euro. En dat is nog maar het begin. Maar liefst 19 van de 21 kandidaten van Het Actieplan overschreden ook hun individuele limiet.
Janssens verdedigt zich met een boekhoudkundige verklaring: “We hebben 28.000 euro uitgegeven als partij, maar dat bedrag per ongeluk ook verdeeld over de kandidaten aangegeven. In werkelijkheid hebben we niet meer uitgegeven dan toegestaan.” Of dat excuus steek houdt, blijft onduidelijk, maar opvallend is dat ook andere partijen in De Panne – zoals Krachtig en Voluit – over de schreef gingen.
En De Panne staat niet alleen. Ook in Boom, Deerlijk, Destelbergen, Koksijde, Ninove en Zwalm werd het uitgavenplafond vlotjes genegeerd. Overtredingen komen voor bij partijen van allerlei kleuren en strekkingen, van links tot rechts en alles daartussen.
Sancties? Vergeet het maar
Hoewel de Vlaamse overheid in theorie zware straffen kan uitdelen, gebeurt dat amper tot nooit. De Raad voor Verkiezingsbetwistingen opent pas een onderzoek als er een klacht wordt ingediend, en dat gebeurt zelden. Zelfs als er klachten binnenkomen – de deadline ligt op 22 november – is de kans dat ze leiden tot nieuwe verkiezingen vrijwel onbestaande. Maddens legt uit: “Je kan moeilijk bewijzen dat het overschrijden van het uitgavenplafond de verkiezingsuitslag heeft beïnvloed.”
Dat betekent echter niet dat het probleem moet worden weggelachen. “Een betere controle zou helpen om het vertrouwen in het verkiezingssysteem te herstellen,” stelt Maddens.
Een ongemakkelijke waarheid
De cijfers spreken boekdelen: in bijna 15 procent van de Vlaamse gemeenten worden de regels rond campagnefinanciering met voeten getreden. Dat roept vragen op over de gelijkheid van kansen tijdens verkiezingen. Terwijl kleinere partijen zich strikt aan de regels houden, kunnen grotere spelers blijkbaar schaamteloos de grenzen van het toelaatbare opzoeken.
Het probleem zit diep ingebakken in de Belgische politieke cultuur(?): regeltjes lijken vooral bedoeld om te buigen, niet om te breken. En zolang sancties uitblijven, blijft het circus doorgaan. De kiezer? Die blijft met een zure smaak achter, of beter met één grote vraag: “Waarom zouden we nog gaan stemmen?”