Nu alleen nog een échte tegenstander treffen.
De Duivels spoelden gisteren hun EK-kater weg met een 2-5 overwinning tegen Estland. Maar misschien moeten we toch nog even wachten met juichen. Estland wordt door zo wat elk land ingepakt met grote cijfers. Vijf goals scoren, is leuk, maar twee goals tegen krijgen, is verontrustend.
Offensief hoeven we ons geen zorgen te maken. Hazard heeft er zin in, Lukaku heeft een missie om zo veel mogelijk te scoren, altijd en overal, tegen wie dan ook en slaagt erin om van een onmogelijke kans een doelpunt te maken. Twee keer wist hij te scoren met een man in de rug, om dan te draaien en te trappen, één keer met links en één keer met rechts: doelpunt 65 en 66 voor de Belgische ploeg.
Maar de verrassing van de match tegen Estland was Alexis Saelemaekers. Heerlijk impulsief, met risico, energiek, onrustig en opgewonden. En ja, hij maakt daardoor fouten. So what, je eet geen omelet zonder eieren te breken. “Tegen een Estland was dat niet echt een probleem. Als de Belgen een bal verloren, hadden ze die meestal binnen de vijf à tien seconden terug”, schrijft Gert Verheyen in zijn analyse in ‘Het Nieuwsblad’. “Maar tegen een betere tegenstander, die de bal wel kan bijhouden, moet je dan misschien vaker achteruit. Alles bij elkaar genomen, heeft Saelemaekers een goeie match gespeeld. Het positieve woog door.”
Juist, misschien hebben we een probleem met onze verdediging. Estland kan je bezwaarlijk een échte tegenstander noemen. In de wachtkamer zitten immers geen Kompany’s of Vermaelens.