Doorbraakinfecties zijn coronabesmettingen bij volledig gevaccineerde burgers. Een belangrijke vraag is welke vaccins beter beschermen. Sommige vaccinologen beweerden dat alle vaccins evenwaardig waren.
Op 31 oktober 2021 werden volgens de Hoge Gezondheidsraad in België op een totaal van 8.493.907 volledig geïmmuniseerde mensen van 18 jaar en ouder, 1,27% (108.115) positief getest op COVID-19 (RT-PCR of snelle antigeentest) sinds de start van de vaccinatiecampagne. Het gaat om symptomatische doorbraakinfecties.
Er is een hoger percentage voor degenen die zijn gevaccineerd met COVID-19-vaccin Janssen (2,13%; 8.357/392.731) tegenover 1,23% (74.096/6.022.027), 0,96% (6 401/669.427) en 1,36% (19 210/1.408.055) voor personen die zijn gevaccineerd met comirnaty van Pfizer, spikevax van Moderna of vaxzevria van AstraZeneca vaccin, respectievelijk.
De hoogste percentages per leeftijdsgroep zijn wel terug te vinden bij de gevaccineerden met AstraZeneca (vaxzevria). In de leeftijdsgroep 18-34 en 35-44 jaar bedragen de doorbraakinfecties (eind oktober) respectievelijk iets meer en iets minder dan 3 %.
De Hoge Gezondheidsraad is in België het wetenschappelijk adviesorgaan van de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu.
De situatie is weergegeven toen er geen sprake was van Omikron. Een belangrijke verklarende factor is - naast het type vaccin - ook de tijd tussen het moment van volledige vaccinatie en de besmetting. Hoe langer die tijdsduur, hoe groter de kans op (her)besmetting door de afnemende bescherming van de vaccins.