Vrijdagochtend in een grote supermarkt in de Druivenstreek. Een tiental klanten staat te wachten aan de ingang van de winkel. Opvallend: de grote meerderheid van die klanten heeft een mondmasker op. Dat mondmasker is nochtans niet meer verplicht in de Vlaamse supermarkten en toch blijven de meeste klanten dat masker dragen.
De klanten die staan aan te schuiven, zijn wat ouder. Dat zou een verklaring kunnen zijn. Een andere verklaring is dat ze na ruim een jaar mondmasker zo gewoon zijn om dat masker te dragen in de winkel dat ze nog even tijd nodig hebben om af te kicken. Dat laatste doet overigens denken aan een experiment met koeien. Nadat de grazers in een deel van de weide werden opgesloten met prikkeldraad waarop stroom stond, bleven ze nadien zonder die prikkeldraad nog opvallend vaak in dat gedeelte van die weide staan.
In de winkel zelf een totaal ander beeld. De meeste personeelsleden werken vandaag zonder masker. Een vrouwelijk personeelslid van een jaar of 50: “Ik ben zo blij dat we opnieuw zonder masker kunnen en mogen werken. Mensen beseffen soms niet goed hoe moeilijk dat is. Klanten zijn doorgaans op een half uur de winkel uit, maar wij hebben dat masker de hele dag op.” Het is duidelijk dat ze vandaag zonder masker werkt. En dat ze gelukkig is met de maatregel.
Opvallend: haar collega - die allicht iets ouder is - heeft wel een mondmasker op. “Ik blijf voorzichtig”, stelt ze. “Ik ben gevaccineerd, maar ik hoor en lees dat zelfs gevaccineerde klanten het virus kunnen verspreiden.”
In de winkel zelf is het rustig en aangenaam. Voorlopig geen conflicten tussen gemaskerden en niet-gemaskerden al moet ik zeggen dat ik zelf een aantal boze blikken kreeg van gemaskerde klanten - al kan dat een verkeerde indruk zijn. Mijn eigen mondmasker hangt voorlopig aan de haak. Hopelijk voorgoed, al weet je dat nooit met een onvoorspelbaar, aangepast en ontsnapt virus.