De zonnebloemolie raakt op en dat heeft grote gevolgen.
Zonnebloemolie wordt gebruikt om aardappelen te verwerken tot frietjes of chips. Vijfenzeventig procent van de gebruikte zonnebloemolie is afkomstig uit Oekraïne en Rusland, markten die zwaar verstoord zijn door de oorlog. Nog drie weken – zo schat de sectororganisatie Fediol – dan is in Europa de zonnebloemolie op.
Niet alleen de diepvriesproducten, zoals frieten en kroketten worden getroffen, zonnebloemolie wordt gebruikt in mayonaise en andere sauzen, in bepaalde vormen van gebak en chocopasta en babyvoeding. Tel daarbij de littekens van twee jaar corona en de energiecrisis bij, dan moet je geen econoom zijn om te beseffen dat er groot probleem is.
Een probleem dat zich ook niet zomaar laar oplossen. Palmolie en raapzaadolie zouden een alternatief kunnen zijn, maar dat betekent een grote aanpassing: een nieuw recept, een nieuw productieproces, een nieuwe verpakking. Alleen het testen van de voedselveiligheid kan al een jaar duren. De fabrikanten staan met de rug tegen de muur. “Die olie komt van zonnebloempitten die in Oekraïne geteeld worden, en de vraag is hoe het volgende seizoen er daar uit zal zien”, zegt Christophe Vermeulen, CEO van Belgapom in ‘Het Nieuwsblad’. “Ik kan me voorstellen dat de landbouw daar ook getroffen zal zijn en het niet geweldig zal doen. Het is koffiedik kijken, maar de voortekenen zijn toch niet gunstig voor volgend seizoen.”
We vrezen dat het tekort een eerste voorbeeld is van de gevolgen van de oorlog in Oekraïne die op ons afkomt. De regering gaat nu de Nationale Bank vragen de impact van de oorlog voor de verschillende sectoren te onderzoeken, om dan op basis daarvan maatregelen te kunnen nemen.