In het toptijdschrift Cell verschijnt binnenkort het artikel 'Immune imprinting, breadth of variant recognition and germinal center response in human SARS-CoV-2 infection and vaccination' van Katharina Röltgen en haar collegae.
Sinds ruim een jaar zijn we met het grootste biomedische project in de mensheid bezig. Er werden al miljarden injecties toegediend met onder andere Comirnaty van Pfizer en Spikevax van Moderna. Critici wijzen op de vaststelling dat we eigenlijk bitter weinig weten over het effect van die mRNA-vaccins op middellange en lange termijn op ons lichaam.
In het artikel wordt onder andere gekeken naar de aanwezigheid van het coronavaccin van Pfizer en Moderna in het lichaam van de gevaccineerden, meer bepaald in de lymfeknopen (en dan meer specifiek de germinale centra of GC).
We hebben hier al een paar keer verteld over dat belangrijke onderzoek inzake de biodistributie van de mRNA-vaccins in het lichaam. Het Europees Geneesmiddelenagentshap EMA verwijst zelf in een goedkeuringsdocument voor het coronavaccin van Pfizer naar een studie bij ratten. Daar werd het vaccin na injectie ook in de lever (grootste deel), bijnieren, milt én eierstokken (van de vrouwtjes) teruggevonden. De door vaccinologen gebruikte geruststellende stelling is dat dit mRNA-vaccin snel uit het lichaam verwijderd wordt. Is dat wel zo?
Na ruim een jaar vaccineren is het dan ook merkwaardig dat in dat zeer belangrijke artikel in Cell staat dat "de biodistributie, hoeveelheid en persistentie van vaccin-mRNA en spike-antigeen na vaccinatie onvolledig begrepen zijn". Anders gesteld: we vaccineren (als we dat woord mogen gebruiken aangezien hoogleraar Peter Doshi dat anders ziet) volop gezonde kinderen en tieners zonder exact te weten hoe het lichaam reageert op dat mRNA-vaccin.
Die mRNA-coronavaccins van Pfizer en Moderna bevatten synthetisch mRNA dat de code draagt van een bepaald stekeleiwit (spike) van het oorspronkelijke coronavirus (Wuhan strain). Die code wordt door je lichaamscellen omgezet in dat eiwit van het coronavirus. Dat eiwit wordt dan weer door je immuunsysteem herkend als lichaamsvreemd, waardoor je antistoffen en andere afweercellen tegen het coronavirus vormt.
De onderzoekers vonden nu dat het vaccin-mRNA en spike-eiwit in de lymfeknopen van gevaccineerden gedurende lange tijd aanwezig was. Dat was verrassend. Concreet vonden de onderzoekers “detecteerbaar vaccin-RNA in de GC's (germinale centra of germinal centers van die lymfeknopen,red.) tot twee maanden na de tweede dosis”. Dat tot twee maanden na de coronavaccinatie detecteerbaar RNA in de lymfeknopen werd gevonden, doet hier en daar de wenkbrauwen fronsen. De stelling is immers dat dit vaccin zeer snel na injectie verdwenen is. Bovendien werd het onderzoek gestopt na twee maanden. Het is dus mogelijk dat er nog vaccin-RNA aanwezig is na een nog langere periode.
Spike-eiwit werd ook gedetecteerd in het plasma van 96% van de gevaccineerden op dag 1-2 (mediane piekconcentratie van 47 pg / ml) en bij 63% op dag 7 (mediane piekconcentratie van 1,7 pg / ml) na de primaire vaccindosis. Ook dat is langer dan verwacht.
Volgens sommige experts is een ander zorgwekkend element dat de productie van die stekeleiwitten bij mensen die zijn gevaccineerd met het Moderna- of Pfizer-vaccin hoger is dan bij burgers na een ernstige vorm van COVID-19. Ook dat is contra-intuïtief. Samengevat is dit een zeer belangrijk artikel dat grondig gelezen en besproken zal worden.