Kan de federale overheid een coronavaccin verplichten? Die juridische redenering steunt op twee pijlers. De eerste pijler is dat het vaccin moet doen wat het belooft. De tweede pijler is dat de bijwerkingen gekend moeten zijn en liefst zo beperkt mogelijk moeten zijn.
Wat het eerste punt betreft: in een juridisch artikel wordt voorzichtig gesteld dat een wettelijke verplichting kan. “Vaccinatie draagt er daardoor ook toe bij dat ziekenhuizen niet overbelast raken met COVID-patiënten en dat de normale werking van de ziekenhuizen niet wordt verstoord zodat geplande ingrepen en behandelingen voor andere aandoeningen niet in het gedrang komen.”
Ondertussen weten we dat gevaccineerden ook besmet kunnen worden en de ziekenhuizen dus wel degelijk overbelasten.
Op dat vlak is Vlaanderen het mooiste voorbeeld. Aangezien de vaccinatiegraad bij de meerderjarigen bijna 100 procent bedraagt, is het alsof een vaccinatieplicht werd opgelegd. En toch lopen de Vlaamse ziekenhuizen vol met gevaccineerde burgers. Het coronavaccin doet dus niet echt wat beloofd werd. De eerste pijler van de vaccinatieplicht is dus niet al te stevig.
Het tweede punt dan. De bijwerkingen van de coronavaccins zijn vandaag nog niet gekend. Onlangs vroeg het Europees Geneesmiddelenagentschap via het PRAC meer informatie aan Pfizer en Moderna over mogelijke hartproblemen na het coronavaccin. Die bijwerkingen zijn dus nog niet gekend en we weten dus per definitie ook niet of deze bijwerkingen beperkt zijn. Ook die pijler is dus wankel.
De twee pijlers waarop een eventuele vaccinatieverplichting rust, zijn dus niet al te stevig. Bovendien kan bij een verplichte vaccinatie de overheid ook nog eens aansprakelijk gesteld worden voor vaccinatieschade.
Een jurist heeft tot slot een andere bedenking: “Als de overheid dit vaccin verplicht, dan moet het ook argumenteren waarom het andere vaccins niet verplicht.”