Eind 2000 ontstond commotie in de medische wereld. Ruim 11,5 miljoen kinderen hadden immers in de 2 decennia daarvoor een oraal poliovaccin toegediend gekregen dat mogelijk materiaal van gekke koeien (BSE) bevatte. Hoewel de kans op besmetting zeer gering was, haalde de Britse overheid veiligheidshalve honderdduizenden dosissen van het verdachte vaccin uit de handel.
Bij de productie van dat drinkbare poliovaccin werd immers serum van foetussen van kalveren verwerkt. Sedert 1989 gold een verbod op het gebruik van materiaal van runderen uit landen zoals Engeland die door de gekke koeienziekte getroffen werden. Dat verbod was echter een richtlijn die pas vanaf 2001 in een dwingende wet zou worden omgezet.
De Britse controledienst op medicijnen ontdekte eind 2000 dat 11,5 miljoen orale poliovaccins, die van 1980 tot 2000 werden toegediend, materiaal van Britse koeien bevatte. Dat stemt overeen met een derde van de geregistreerde poliovaccinaties. Het nieuws sloeg uiteraard in als een bom. Vooral de families van de 84 slachtoffers van de menselijke vorm van de gekke koeienziekte reageerden verschrikt nu de kans bestaat dat de ziekte via een vaccin werd overgedragen.
,,Na al die jaren hebben we blijkbaar nog niets bijgeleerd'', reageerde voorzitter Malcolm Tibbert van de Human BSE Foundation in de media. ,,Volksgezondheid had de leveranciers beter moeten controleren.'' Het ging om vaccins die door medicijnenfabrikant Medeva vervaardigd werden. Onderzoek van de FDA wees uit dat ook de productie van andere vaccins bij Medeva ondermaats was. In het toptijdschrift Nature wordt zelfs de vraag gesteld of mensen effectief de dolle koeienziekte hadden gekregen door dat besmette vaccin. Het was dus meer dan enkel een theoretische vraag.
Toeval of niet, vanaf 1 januari 2001 krijgen Belgische zuigelingen een nieuw poliovaccin, dat ook een maand vroeger wordt toegediend (2 maanden in plaats van 3). Het vaccin is ook niet meer drinkbaar, maar wordt nu toegediend met diverse opeenvolgende injecties.
De nieuwe vaccinatiestrategie wordt midden januari van dat jaar toegelicht door minister van Volksgezondheid Magda Aelvoet (Agalev, nu: Groen). Voordeel van het vaccin is dat het nagenoeg geen nevenwerkingen meer kent. In zeldzame gevallen kwam er immers met het drinkbare vaccin een postvaccinale verlamming voor. Het laatst bekende geval dateerde in ons land van 1994. Dat betekent concreet dat een kind polio krijgt door dat vaccin.
In tegenstelling tot wat de minister van Volksgezondheid nu vertelt, wordt het vaccin - zoals ouders van jonge kinderen weten - nog steeds via drie of vier prikken toegediend. Vervolgens is er nog een prik in het eerste leerjaar en eventueel een voor personen die naar risicogebieden in Afrika of Azië vertrekken.