Het Rekenhof heeft de overheidsopdracht onderzocht voor contactopsporing bij COVID-19 van de Vlaamse Gemeenschap. Het Rekenhof kon niet met zekerheid vaststellen of de principes van gelijkheid en transparantie gerespecteerd werden. Het gebrek aan meerdere offertes, in combinatie met de hoogdringendheid van de opdracht, verzwakte de onderhandelingspositie van de Vlaamse overheid. Het Rekenhof beveelt daarom aan dat het Agentschap Zorg en Gezondheid de uitvoeringsfase continu en nauwgezet opvolgt.
De onderzochte plaatsingsprocedure bevat bovendien enkele elementen die niet volledig kunnen worden geduid, zoals de voortijdige datering in de offerte die zou kunnen berusten op een loutere vergissing en de verwijzing in de offerte naar een telefoongesprek voorafgaand aan de indiening ervan.
Of de gelijkheid van de inschrijvers en het transparantiebeginsel in deze fase van de plaatsingsprocedure gerespecteerd werden, kan op basis van het onderzoek dan ook niet met zekerheid worden vastgesteld.
Daarnaast vertoont de plaatsingsprocedure enkele administratieve en juridisch-technisch tekortkomingen en onzorgvuldigheden. Een aantal ervan houdt vermoedelijk in belangrijke mate verband met de snelheid waarmee de plaatsingsprocedure opgestart en doorlopen moest worden. Daardoor kon de Vlaamse overheid de opdracht onvoldoende gedetailleerd en grondig voorbereiden en bleef de periode voor nazicht van de offerte en onderhandelingen beperkt.
Die omstandigheden hadden ongetwijfeld een ongunstige of negatieve impact op de prijszetting, kwaliteit (maturiteit) en finale zekerheid omtrent het aanbod.