Mohoric verrast de favorieten, Van der Poel is weer terug.
Eigenlijk is Milaan-Sanremo een saaie koers. Elk jaar opnieuw hetzelfde scenario. Enkele minder goden die een paar minuten krijgen onderweg, weer worden ingehaald en helemaal aan het eind – bij de beklimming van de Poggio – wordt er gekoerst voor de knikkers. Het was dit jaar niet anders. Doch, editie 2022 leverde enkele zeer boeiende feiten op. Dat Van Aert niet enig toptalent is dat rondrijdt, maar dat je als favoriet wel wordt afgeslacht door de hoeveelheid aan aanvallen. Dat Mathieu van der Poel helemaal terug is. (Mogen we voorzichtig stellen dat hij de échte overwinnaar van Milaan-SanRemo 2022 is: zijn eerste koers van het seizoen meteen derde?) En tot slot, dat Slovenië drie topcoureurs heeft, die de wetten van de wielrennerij herschrijven: Matej Mohoric, Primoz Roglic en Tadej Pogacar. Gisteren, in San Remo, was het voor Mohoric, de waaghals.
De beklimming van de Poggio bracht de beslissing niet. De afdaling deed dat wel. “Toen Mohoric voorbijstak, wist ik meteen dat het gevaarlijk was”, zei Wout van Aert na afloop.
Maar, zij kunnen meer dan afdalen die Slovenen.
In Slovenië hebben ze niet zo'n lange traditie van topcoureurs, maar nu hebben ze er wel drie in één klap. Voor wie er nog aan twijfelt, het Sloveense wielrennen zit in de lift. Puur statistisch is het ongelooflijk dat in zo'n kleine vijver zo veel vis kan zwemmen. Maar het talent is er, en dat koesteren ze.
“Eigenlijk zijn we een voetballand en doen we veel aan wintersporten", vertelt Martin Hvastija, oud-wielrenprof en nu commentator voor de publieke omroep. "Maar sinds onze jongens zo goed rijden, wil iedereen alles weten over het fietsen. In het begin had ik een makkelijke baan, niemand wist iets van het wielrennen af. Het ging er ook helemaal niet over in de cafés. Maar nu kan je zelfs niet meer naar de kapper zonder dat het over Tadej Pogacar gaat."
Hvastija denkt dat het geheim van het Sloveense wielrensucces in het sportbeleid ligt. "Als ik met collega-commentatoren uit andere landen praat, hoor ik vaak dat ze daar op school veel minder aan sport doen dan wij. Iedereen krijgt minstens drie uur gym per week, en daarnaast sport vrijwel ieder kind na school ook. Daar wordt meteen al gekeken naar welk kind waar goed in is, en daar wordt het dan verder in begeleid. Zo ontdek je snel het talent van kinderen."
