We schreven het hier al: “Gezien de huidige opkomst van BQ.1 en BQ.1.1, verwachten we (de auteurs van het recente verslag “Genomic surveillance of SARS-CoV-2 in Belgium”, red.) dat deze varianten dominant zullen zijn tegen het einde van de maand oktober (of begin november), resulterend in een tweede toename van infecties die naar verwachting meer uitgesproken zal zijn dan de eerste herfstepisode. Deze prognose wordt ondersteund door een groeivoordeel van 10-15% ten opzichte van de huidige dominante varianten.” En dan is er nog XBB aan de duistere horizon.
Een gloednieuwe studie voorspelt weinig goeds. Distinct Neutralizing Antibody Escape of SARS-CoV-2 Omicron Subvariants BQ.1, BQ.1.1, BA.4.6, BF.7 and BA.2.75.2 staat hier.
De onderzoekers: “De neutralisatieweerstand van de varianten BQ.1, BQ.1.1 en BA.2.75.2 heeft implicaties voor de persistentie van vaccin- en infectie-geïnduceerde immuniteit. De sterke weerstand van deze varianten op neutralisatie door patiëntsera, ongeacht het immunogeen - mRNA vaccinatie, BA.1-infectie of BA.4/5-infectie - is bijzonder opvallend.”
In gewone mensentaal stellen de onderzoekers dat 3 injecties met mRNA coronavaccins en zelfs een eerdere en recente infectie met Omikron BA.5 weinig doen om die nieuwe subvarianten BQ.1 en BQ.1.1 tegen te houden.
Dat zelfs een eerdere infectie met BA.5 weinig helpt, is best verrassend aangezien BQ.1 en BQ.1.1 evoluties zijn van BA.5. Aangezien de mutaties op het stekeleiwit zo doorgedreven zijn, kregen de subsubvarianten een andere 'naam'. Dat is nooit een goed teken.