Vaccineren alleen is niet voldoende om het apenpokkenvirus onder controle te krijgen, zeggen de RIVM en de GGD in Amsterdam en Den Haag aan de NOS.
Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) is een kennis- en onderzoeksinstituut in Nederland, gericht op de bevordering van de volksgezondheid en een gezond en veilig leefmilieu. De Gemeentelijke gezondheidsdienst GGD is de dienst waarover elke gemeente in Nederland volgens de wet dient te beschikken.
RIVM-epidemioloog Susan van den Hof stelt aan de NOS dat meer nodig is dan vaccineren. "We weten niet precies hoe goed de vaccins beschermen en hoeveel mensen zich laten vaccineren, dus daarom is meer nodig om het aantal besmettingen te beperken."
Vaccins kunnen dus niet alles oplossen. "Vaccinatie is geen wondermiddel", zegt ook Marion Koopmans, hoogleraar virologie bij het Erasmus MC en lid van het deskundigenberaad dat het kabinet adviseert over apenpokken, aan de NOS. "Het is onderdeel van een heel pakket waarmee we apenpokken proberen te stoppen. Net als bijvoorbeeld voorlichting, laagdrempelig testen, het informeren van contacten, en het creëren van een bubbel wat betreft seksuele contacten."
Het virus gaat vrijwel exclusief rond onder mannen die geregeld seks hebben met wisselende mannelijke partners. Het wordt voornamelijk doorgegeven tijdens huid-op-huid contact tijdens seks. Onlangs werd wel een Belgische tiener besmet en een vrouw.
Deskundigen adviseren volgens de NOS tijdelijk het aantal sekspartners te beperken om de verspreiding van het virus te temperen. Dat beschermt de gezondheid van deze mensen, en houdt de kans zo klein mogelijk dat het virus zich breder verspreidt.
De NOS: “Het RIVM heeft een landelijke lijst met 32.000 mensen opgesteld die veel risico lopen. Het gaat om homoseksuelen of transgenders die om een hiv-infectie te voorkomen het medicijn PrEP gebruiken, of daarvoor op de wachtlijst staan. Ook mannen die hiv-positief zijn en een deel van de bezoekers van de soa-poli kunnen een vaccin krijgen.”
Het vaccineren kwam in Nederland de eerste weken moeizaam op gang. "Door de snelheid waarmee we zijn gestart was er nog geen efficiënt werkproces'', zegt een woordvoerder van GGD Amsterdam aan de NOS. "Er was geen registratiesysteem, landelijk telefoonnummer of landelijk afsprakensysteem én er waren de vakanties van personeel en genodigden." Volgens haar wordt nu snel opgeschaald.
Minder seksuele contacten is dus cruciaal, zegt Kai Jonas, hoogleraar sociale psychologie aan de universiteit Maastricht, die zich bezighoudt met gezondheid binnen de lhbti+-gemeenschap en onderzoek doet naar apenpokken. "Eigenlijk moeten we terug naar het advies uit de coronatijd: één vast sekscontact. Losse contacten zijn nu funest."