De echte Captain Marvels en Wonder Women onder de vrouwen.
Wij geloven al lang niet meer dat vrouwen tot het 'zwakke geslacht' behoren. Meer nog, we hebben zelf een zwak voor het andere geslacht. En voor deze tien vrouwen gaan we zelfs door de knieën.
Tamar van Georgië
Deze vrouw regeerde van 1184 tot 1212 over Georgië, een periode middenin de Georgische Gouden Eeuw. Haar vader, koning George III, had zoveel vertrouwen in zijn dochter, dat hij haar tijdens zijn eigen regeerperiode al tot medeheerser benoemde. Na diens dood werd Tamar dan ook tot koningin gekroond en werd ze de eerste vrouwelijke heerser van het land.
Tamar werd gedwongen om in het huwelijk te treden met een Russische Viking, Joeri, aangezien de heersende aristocratie niet zo opgezet was met haar kroning. In 1187 wist ze nochtans een scheiding door te drijven en in 1191 hertrouwde ze met prins David Soslan. Om haar heerschappij te consolideren, riep ze zichzelf uit tot Koning der Koningen, een titel onafhankelijk van geslacht, die haar boven de status van zelfs haar eigen man verhief. Tamars ex-man probeerde zich nog tweemaal te wreken door zijn leger van Vikingen op haar af te sturen, maar dat kon niet op tegen de krijgsmacht van de koningin. Tien jaar lang bleef Georgië zelfs ongeslagen op het slagveld. Tamar wist haar koninkrijk uit te breiden naar het zuiden en het westen en tegen het einde van haar regeerperiode was Georgië uitgegroeid tot de voornaamste macht ten zuiden van de Kaukasus.
Na haar dood werd Tamar heilig verklaard en sommigen vereenzelvigen haar zelfs met de mythische pausin Johanna, een vrouw die rond het jaar 855 het pausambt onder de naam paus Johannes bekleed zou hebben.
Tomyris
Tomyris leefde in de zesde eeuw voor Christus en was de koningin van de Massageten, een nomadenvolk in Centraal-Azië. De krijgsvrouw staat bekend om het doden van de Perzische koning Cyrus in 530 v.Chr.
Voordat Cyrus II de Grote zijn einde vond, was hij bezig aan een grote veroveringstocht doorheen Centraal-Azië. Hij dacht dat het kleine koninkrijk van Tomyris geen al te groot obstakel zou vormen en zijn leger won de eerste veldslag, waarbij ze Tomyris' zoon gevangen namen. Deze laatste pleegde zelfmoord in gevangenschap, waarop Tomyris besloot dat het welletjes was geweest met de Perzische heerser. Ze daagde de koning uit voor een tweede veldslag, waar Cyrus maar al te graag op in ging. Voorafgaand aan die veldslag zou ze het volgende gezegd hebben: "Ik zweer bij de zon, de landsheer van de Massageten, bloeddorstig als u bent, ik zal uw dorst voor bloed lessen."
Tomyris boorde het Perzische leger de grond in en eiste haar land terug op. Volgens de Griekse historicus Herodotus liet de vrouw Cyrus II de Grote daarna kruisigen en onthoofden.
Zenobia
Van het jaar 267 tot 272 regeerde Septimia Zenobia over het Palmyreense Rijk, dat de Romeinse provincies Syria, Egypte en grote delen van Asia Minor omvatte. Haar Aramese naam, Bat Zabbai, zou vertaald 'die met het mooie lange haar' betekenen. Zenobia zou een vrouw van buitengewone schoonheid geweest zijn.
Voordat Zenobia aan de macht kwam, was ze getrouwd met Septimius Odaenathus, een bondgenoot van de Romeinse keizer Gallienus. De stad Palmyra was toen nog een Romeinse kolonie, maar daar kwam verandering in toen Zenobia's man vermoord werd. De vrouw zette een veldtocht op poten die het Palmyreense Rijk onder haar naam zou uitbreiden. Het Romeinse Rijk ging rond die periode door een crisisperiode, de crisis van de derde eeuw, waardoor het al verzwakt was. Zenobia maakte daar gebruik van om Egypte te veroveren en zo een deel van de bevoorrading naar Rome af te snijden.
Zenobia teerde niet alleen op de kracht van haar milities, maar was ook een pro in ideologische propaganda. Zo annexeerde ze nog verschillende delen van het Romeinse Rijk, voordat keizer Aurelianus haar troepen in het jaar 272 versloeg. Zenobia werd door de Romeinen gevangen genomen en in gouden kettingen naar Rome gebracht. Wat er daarna met haar gebeurde, is onzeker. Ofwel werd ze in Rome onthoofd, ofwel vergiftigde ze zichzelf, ofwel stichtte ze nog een gezin met één of andere senator voordat ze een natuurlijke dood stierf. De laatste versie is volgens historici de meest waarschijnlijke.
Amina
Deze krijgsvrouw leefde in het midden van de zestiende eeuw in Nigeria en was de dochter van de koning van het Hausa-volk. Toen haar vader stierf, kwam Amina's broer aan de macht en besloot zij het leger in te gaan. Daar verwierf ze invloed en respect door zich te ontpoppen tot de beste krijger die ze hadden.
Nadat ook haar broer het leven liet in 1576, besteeg Amina de troon en stond ze aan het hoofd van 20.000 man en 1.000 cavaleristen, waarmee ze haar allereerste militaire operatie startte. Amina regeerde 34 jaar lang over het Hausa-volk, waarvan ze nog verschillende steden en landstroken veroverde. Niet alleen in grootte, maar ook in rijkdom deed ze haar rijk toenemen, door van de stadstaat Zazzau een belangrijk handelscentrum te maken. Om haar grondgebied af te bakenen, bouwde ze aarden muren op, die vandaag de dag nog altijd te bewonderen zijn en bekendstaan als ganuwar Amina, ofwel de muren van Amina.
Rudrama Devi
Rani Rudrama Devi was één van de weinige vrouwelijke Indische heersers en regeerde van 1263 tot haar dood over de Kakatiya-dynastie van Zuid-India. Aangezien het in die tijd hoogst uitzonderlijk was voor een vrouw om alleen te regeren, nam ze de mannelijke naam Rudradeva Maharaja aan.
Rudrama Devi stelde een leger samen van niet-aristocratische krijgers om van de heersende klasse af te geraken die haar van de troon probeerde te stoten. Rivaliserende dynastieën, zoals de zuidelijke Ganga-dynastie en de Yadava-dynastie, dachten daarom dat ze niet echt een bedreiging vormde en probeerden haar land binnen te vallen. De kersverse koningin versloeg hen niet alleen, maar eigende zich ook het Yadava-territorium toe. Daarbij veroverde ze ook opnieuw het land dat haar vader voor haar verloren was en nam ze de belangrijkste forten in, zodat ze de macht had over heel het Andhra-district.
Er wordt aangenomen dat de koningin het leven liet in de strijd rond het jaar 1290.
Catharina II van Rusland
Catharina II Aleksejevna trouwde in 1744 met de Russische troonopvolger Peter III. Deze laatste werd tsaar in 1761, maar gaf zes maanden later de troon op toen zijn eigen vrouw een staatsgreep tegen hem pleegde. Peter III zou acht dagen later vermoord worden, maar gaf eerst de macht door aan Catharina, die van 1762 tot 1796 tsarin van Rusland zou blijven.
Om haar macht te consolideren, plaatste Catharina de kerk onder eigendom van de staat. Ook was ze een uitmuntend militair strateeg, die Polen nagenoeg van de kaart veegde door het land te verdelen onder Rusland, Pruisen en Oostenrijk. Verder verweerde ze zich tegen de opkomst van het Ottomaanse Rijk, waarvan ze wat land afsnoepte, en koloniseerde ze Alaska in de Verenigde Staten. Onder Catharina de Grote's bewind groeide Rusland uit tot een wereldmacht met een gebied van wel 518.000 km2, ofwel zeventien keer de oppervlakte van België.
De zusters Trung
Deze twee zusjes werden in het jaar 12 geboren in de provincie Jiaozhi in Vietnam. Die regio werd op dat moment al honderden jaren lang gedomineerd door China. De zusjes groeiden op tot specialisten in de gevechtskunst en slaagden erin een Chinese aanval op hun dorp af te weren. Daarna kwamen ze in opstand tegen de Chinese Han-dynastie en stelden ze een leger samen dat voor het grootste deel uit vrouwen bestond.
Binnen de periode van een jaar heroverden ze zo'n 56 burchten, waarover ze de onafhankelijkheid uitriepen. Uiteindelijk wisten de zusters Trung heel Vietnam te bevrijden en werden ze tot Koninginnen van Vietnam uitgeroepen. Ze heersten nog drie jaar lang over het land, tot de troepen van de Chinese generaal Ma Yuan hen versloegen in een veldslag. De zusjes Trung stierven in het jaar 43, tijdens of na de veldslag. Velen denken dat ze zelf een einde maakten aan hun leven om hun eer te behouden. Nog steeds worden ze in Vietnam beschouwd als nationale heldinnen.
Olga van Kiev
Olga werd rond het jaar 890 geboren en stamde af van de Vikingen. In 903 werd ze prinses van het Kievse Rijk, toen ze in het huwelijk trad met Igor van Kiev. Nadat Igor vermoord werd door de prins van de Drevljanen, regeerde Olga in naam van haar nog jonge zoon over het rijk.
In een nieuwe poging om het Kievse Rijk over te nemen, deed de prins van de Drevljanen Olga een huwelijksaanzoek. Olga liet de twaalf afgezanten van de prins levend begraven en nodigde hem en zijn beste mannen daarna uit voor een diner op haar grondgebied. Nadat ze alle 5.000 mannen gevoed en te drinken had gegeven, liet ze hen brutaal vermoorden. Daarna marcheerde ze met haar leger naar hun hoofdstad, die ze plat brandde. De overlevende Drevljanen hield ze als slaven en ze riep zichzelf uit tot heerser over hun domein.
De woeste Olga, die nog bij verschillende gelegenheden een paar Drevljanen levend liet verbranden, werd een paar eeuwen later door de Russisch-orthodoxe kerk heilig verklaard, wegens haar pogingen om het christendom in haar rijk te verspreiden. Het was uiteindelijk haar kleinzoon die van de godsdienst de staatsreligie kon maken.
Boudica
Boudica was een Keltische koningin die in de eerste eeuw na Christus over een volk in het oosten van Groot-Brittannië regeerde. Haar echtgenoot stierf in het jaar 60, waardoor zij de alleenheerschappij over het gebied verkreeg. In die tijd hadden de Romeinen het grootste deel van Groot-Brittannië in handen en zij weigerden een vrouw als vorst te erkennen.
Toen de Romeinen haar dorp binnenvielen, martelden ze Boudica publiekelijk en verkrachtten de soldaten haar dochters. De vrouw was uit op wraak en verenigde een paar andere Britse stammen om een gigantische opstand op poten te zetten. Uiteindelijk verzamelde ze een leger van wel 100.000 man, waarmee ze ten strijde trok tegen de Romeinse bezetters. Boudica en haar leger vermoordden zo'n 70.000 tot 80.000 mensen in veldslagen in Camulodunum, Verulamium en Londinium. Deze steden kennen we nu als Colchester, St. Albans en Londen.
Boudica kwam in het jaar 64 n.Chr. echter ten val in de Slag tussen Boudicca en Paulinus, waarna de Romeinen de rebellie konden onderdrukken. De Keltische koningin zou volgens sommigen begraven liggen onder perron 8, 9 of 10 van het Londense treinstation King's Cross.
Madame Ching
Madame Ching werd als Shi Xianggu geboren in 1775 in China. In 1801 werkte zij als prostituee in een klein bordeel in Guangzhou, tot ze gevangen werd genomen door een bende piraten. Niet veel later trouwde ze met de piratenkoning Cheng I van de beruchte Vloot van de Rode Vlag. Samen deden ze deze vloot uitgroeien tot een piratencoalitie van 1.700 schepen, waarna ze tussen de 50.000 en 70.000 piraten onder hun bevel hadden staan.
Toen Cheng I in 1807 stierf, nam Madame Ching het bevel van hem over. De piratenkoningin bleek een briljant strateeg te zijn en verenigde haar gigantische vloot met een aantal strikte wetten, of piratencode. Zo mochten de piraten geen dorpen plunderen die hen bevoorraadden, moesten ze hun buit delen met schepen die het moeilijker hadden en was het verboden om concubines te houden. Een man die een vrouw huwde, werd verwacht haar trouw te blijven. Zo niet, betekende dat een wisse dood.
De Vloot van de Rode Vlag groeide onder haar bewind nog meer uit en niet veel later overheersten de piraten verschillende kustdorpjes en de hele Zuid-Chinese Zee. Madame Ching verloor geen enkel schip en kon noch door de Chinese, noch door de Britse, noch door de Portugese zeemacht gestopt worden. In 1810 besloot Madame Ching met pensioen te gaan en onderhandelde ze met de Chinese overheid over amnestie. Die werd datzelfde jaar nog toegekend aan alle piraten, waarna Madame Ching haar buit bijeen raapte en een gokhuis opende. Ze leefde nog lang en gelukkig, tot ze in 1844 op 69-jarige leeftijd overleed.