Even wachten om je vriend op de vingers te tikken wanneer hij zijn beste maat een 'prutsend, reetlikkend smegma-konijn van de Wibra noemt, want dat kan weleens een teken zijn dat beiden een unieke band delen.
Althans, zo beweert Michael Adams, een professor aan de universiteit van Indiana en auteur van het boek ‘In Praise of Profanity’. Volgens de goede prof brengen 'vuile' woorden die je nooit of te nimmer op Ketnet zal horen, ons samen. Dit vanwege het taboe dat er omheen hangt, wat voor een zekere mate van intimiteit zorgt.
Waarom taboe? Wel, omdat scheldwoorden toch een mate van risico bij zich dragen. Iemand uitschelden voor flatulente penspony en daarmee wegkomen geeft een heerlijk gevoel. Vooral als je samen met iemand kan vuilbekken. Dat is dus de reden waarom je zo kan genieten van het heen en weer gescheld tussen jou en je beste kameraden.
Adams gaat in zijn boek zelfs een stapje verder; hij stelt voor dat ouders hun kinderen leren hoe ze moeten schelden en vloeken zodat ze dichter bij elkaar komen en een hechtere band creëren.
Toch is het geen goed idee om vanavond in het bijzijn van je vrienden eens flink te gaan schelden. Dit zorgt er niet gegarandeerd voor dat je betere vrienden wordt, aldus Adams. Het effect van schelden hangt namelijk af van de situatie waarin je het doet en of je vrienden het gebruik van scheldwoorden accepteren. Als je scheldwoorden gebruikt die voor de ander vanwege privéredenen veel te erg zijn - zoals het woord 'vette' bij een zwaarlijvige vriend - dan kan het ook in heel slechte aarde vallen.
Dus liefst scheldwoorden die een beetje voor iedereen toepasbaar zijn.
Voor zij die de nodige inspiratie ontbreken, kunnen altijd eens gaan kijken naar het wekelijkse vragenuurtje in het Vlaams Parlement.