“Waarschijnlijk tot heel waarschijnlijk.”
Wie denkt dat wetenschappers geen humor hebben, heeft het mis. Dat blijkt nog maar eens uit het finaal rapport van de WHO. Een jaar na de uitbraak in Wuhan besloot de WHO om naar ginder te trekken om de mogelijke oorzaak van het coronavirus te achterhalen. Er werden enkele grapjurken naar de stad gestuurd om een en ander te onderzoeken. Daarbij werden ze begeleid door eerlijke Chinezen die hen aanwezen waar ze moesten zoeken.
Hun bevindingen werden nu wereldkundig gemaakt in een finaal rapport. Daarin staat dat het gezamenlijk onderzoek van WHO-experts en hun Chinese collega's het "waarschijnlijk tot heel waarschijnlijk" achten dat het coronavirus van een vleermuis, via een ander dier, werd overgedragen op de mens. De mogelijkheid dat het virus ontsnapt is uit een laboratorium wordt dan weer "bijzonder onwaarschijnlijk" genoemd.
Het is nu dus kwestie van op zoek te gaan naar het ‘tussendier’, een ‘tussensoort’, dat fungeerde om het virus op de mens over te dragen. Men denkt daarbij aan ‘landbouwdieren’. Spannend en grappig tegelijkertijd, niet?
Toch vinden de experten dat ze niet voldoende vrij in Wuhan hebben kunnen werken. Je moest geen expert zijn om dat op voorhand te weten. Maar, ze geven niet op en gaan naarstig verder met ‘onderzoeken’.
Waarschijnlijk is het onwaarschijnlijk dat ze het ooit gaan vinden.