Hij nam in zijn tijd een Ferrari of twee als ontbijt.
Dat was ook de bedoeling trouwens. Ferrari stond in 1963 te koop en Henry Ford II was geïnteresseerd. Toen de deal zo goed als rond was, liet Enzo Ferrari weten dat het toch niet doorging. Wat bleek? Ferrari wilde helemaal niet verkopen aan Ford. Ze wilden dat het steigerende paard in Italiaanse handen bleef en hadden Ford enkel gebruikt om de prijs naar FIAT toe op te drijven.
Henry Ford II was piswoest. Wraak is wat hij wilde. Lang hoefden ze niet te zoeken achter hoe hij dat zou doen. Ferrari domineerde in die dagen op het circuit en ze waren ervan overtuigd dat geen enkel merk daar verandering in kon brengen. Hen toch verslaan in een race zou het grootste gezichtsverlies zijn dat Ford het Italiaanse merk kon aandoen.
De ingenieurs van Ford klopten overuren en in 1966 was de GT40 klaar voor Le Mans. Met deze auto veegde Ford vier jaar achter elkaar de vloer aan met Ferrari.
Deze nummer vijf, één van die Ferrari-killers, staat nu te koop. In uitstekende staat, want onlangs helemaal gerestaureerd in de staat zoals-ie 52 jaar geleden voor het eerst aan de startlijn van Le Mans verscheen.
Geïnteresseerden moeten in augustus bij RM Sotheby’s in Monterey zijn. De veilingmeester schat dat de GT40 tussen de 9 en 12 miljoen dollar – ongeveer tussen 7,6 en 10,1 miljoen euro dus – zal opbrengen. Wij zouden er niet van schrikken moest dat, gezien de auto zijn racegeschiedenis, nog wat meer worden.
