Op 15 december 2016 diende een Albanees een aanvraag in voor een verklaring tot inschrijving als Unieburger in de hoedanigheid van zelfstandige. Hij legde een Grieks paspoort voor. Na een negatieve woonstcontrole wordt deze aanvraag geweigerd. Bovendien werd het paspoort eerder in Griekenland opgegeven als gestolen.
Hij diende op 8 februari 2017 nogmaals een aanvraag in voor een verklaring tot inschrijving als Unieburger in de hoedanigheid van werknemer. Hij legde een Grieks paspoort voor. Na een negatieve woonstcontrole wordt ook deze aanvraag geweigerd.
Op 24 oktober 2018 diende de verzoeker andermaal een aanvraag in voor een verklaring tot inschrijving als Unieburger in de hoedanigheid van zelfstandige. Hij legde ditmaal een Griekse identiteitskaart voor. Deze keer had hij meer geluk. Op 27 december 2018 wordt de eerste verzoeker in het bezit gesteld van een E-kaart.
Op 6 augustus 2019 - bijna een jaar na de feiten dus - werd vastgesteld dat de Griekse identiteitskaart vals was. Het verblijfsrecht werd dus bekomen via fraude.
Uit het dossier blijkt dat hij dus twee (mislukte) aanvragen verklaring tot inschrijving als EU burger heeft ingediend aan de hand van een Grieks paspoort dat geseind staat bij de stad Brussel vooraleer op basis van een niet-authentiek (lees: vals) Griekse identiteitskaart een inschrijving is bekomen bij de gemeente Sint-Gillis-Waas.
Eind maart 2021 is de man nog steeds in België en komt zijn zaak zelfs voor bij de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen. Hij wil hier blijven. De RvV verwerpt zijn verzoek.