Waar wetenschappers vandaag vooral bezorgd over zijn, zijn de ‘micro-clots’ of kleine bloedstolsels die soms in het bloed worden aangetroffen bij burgers die Covid gehad hebben en/of gevaccineerd werden met de mRNA-coronavaccins. Het mechanisme loopt waarschijnlijk via de spikes of stekeleiwitten.
In Nature werd deze week ingegaan op dat belangwekkende medisch fenomeen. “Het uiten van veiligheidsproblemen over die vaccins kan ongemakkelijk zijn”, stelt Per Hammarström, een eiwitchemicus aan de Universiteit van Linköping en auteur van een paper hierover. “We willen niet over-alarmistisch zijn, maar tegelijkertijd, als dit een medisch probleem is, althans bij bepaalde mensen, moeten we dat aanpakken.”
Een andere complexe en technische studie belicht de bijwerkingen (adverse effects of AE’s) van die mRNA-vaccins: Adverse effects of COVID-19 mRNA vaccines: the spike hypothesis in Trends in Molecular Medicine (Volume 28, Issue 7, July 2022, Pag 542-554)
Er zijn bijwerkingen (AE's) na vaccinatie waargenomen die verband kunnen houden met een pro-inflammatoire werking van de gebruikte lipide nanodeeltjes of het geleverde mRNA (d.w.z. de vaccinformulering), evenals met de unieke aard, het expressiepatroon, het bindingsprofiel en de pro-inflammatoire effecten van de geproduceerde antigenen - spike (S) -eiwit en / of zijn subeenheden / peptidefragmenten - in menselijke weefsels of organen.
Hoewel het voordeel-risicoprofiel volgens de onderzoekers nog steeds sterk in het voordeel van COVID-19-vaccinatie blijft voor een heel specifieke en kleine subgroep (ouderen en patiënten met leeftijdsgebonden of andere onderliggende ziekten), is een goed begrip van die moleculair-cellulaire basis van die anti-SARS-CoV-2 mRNA-vaccin-geïnduceerde AE's van cruciaal belang voor de lopende en toekomstige vaccinatie- en boostercampagnes.
Het mRNA-vaccin van Pfizer en Moderna bevat concreet een stuk genetische informatie: het mRNA. Dit mRNA zorgt voor het aanmaken van een kenmerkend eiwit van het coronavirus: het spike-eiwit of S-eiwit. Stukjes van dit eiwit worden herkend door de afweercellen in het lichaam. Als reactie hierop maakt het lichaam antistoffen aan.
Op basis van de momenteel beschikbare moleculaire inzichten, veronderstellen de onderzoekers dat die bijwerkingen die worden gemeld na vaccinatie met S-eiwitcoderende mRNA-vaccins betrekking kunnen hebben op de aard en het bindingsprofiel van het systemisch circulerende antigeen, hoewel de bijdrage van de LNP's (lipid nanoparticles) en /of het afgeleverde mRNA waarschijnlijk ook significant is. Hoe die puzzelstukken precies in elkaar passen, is voer voor verder onderzoek zoals dat in de wetenschap gaat. Het toont ook aan dat we jaren onderzoek nodig hebben om de werking van die mRNA-vaccins te begrijpen.
De onderzoekers: “Daarom moet de mogelijkheid van subklinische orgaandisfunctie bij gevaccineerde ontvangers die het risico op bijvoorbeeld toekomstige (cardio)vasculaire of ontstekingsziekten kunnen verhogen, grondig worden onderzocht. Gezien het feit dat ernstige COVID-19 correleert met oudere leeftijd, hypertensie, diabetes en / of hart- en vaatziekten, die allemaal een variabele mate van ACE2-signaleringsderegulatie delen, kan aanvullende ACE2-downregulatie geïnduceerd door vaccinatie een onevenwichtige RAS verder versterken.” RAS staat voor renin–angiotensin system en slaat op de bloeddrukregulatie. Die wordt in belangrijke mate bepaald door het renine-angiotensine-aldosteronsysteem (RAAS). Dit reguleert de water- en zouthuishouding van het circulerend bloedvolume en is ook van belang bij hartfalen. Angiotensine-converterend enzym 2, ook wel afgekort tot ACE 2 is een exopeptidase dat de omzetting van angiotensine I naar het nonapeptide angiotensine 1-9, of de omzetting van angiotensine II naar angiotensine 1-7 katalyseert. ACE 2 heeft directe invloed op functioneren van het hart en vaatstelsel. Het enzym bevindt zich dan ook voornamelijk in vasculaire endotheelcellen van het hart en de nieren.