De X1 krijgt een nieuwe snoet én nieuwe aandrijflijnen, waaronder electro-power.
Dat automodellen een jaar of acht, negen in productie waren vooraleer er een opvolger kwam, is inmiddels al van het jaar kruik geleden. De huidige X1 van BMW, de kleinste SUV in het gamma, is al sinds 2019 op de markt en dus werd het hoogtijd om die op pensioen te sturen.
De nieuwe behoudt dezelfde proporties dan zijn voorganger. Vooraan zien we een iets grotere grille en slankere koplampen. Ook achteraan zien we slankere lichtunits, waardoor de poep van de X1 nu enigszins op die van de X3 lijkt.
Binnenin zien we dan weer invloeden van de 2-reeks Active Tourer, met een zwevende middenconsole, twee schermen tegen elkaar en het ontbreken van de iDrive-knop.
Ook qua aandrijving is er een en ander veranderd. De 1.5-liter grote driepitter-instapper die de benaming X1 sDrive 18i krijgt, heeft voortaan 156 in de plaats van 140 pk.
De xDrive 23i 48V is een tweeliter-viercilinder die, mits kleine elektrische hulp 218 pk naar de vier wielen stuurt.
Instap-dieselen kan met de sDrive 18d: een 150 pk sterke tweeliter die enkel de voorwielen aandrijft.
Voor wie wat meer diesel-punch wil is er de xDrive 23d: in dat geval stuurt diezelfde tweeliter 211 pk naar de vier wielen.
De X1 xDrive 30e is een plugin-hybride. Met een combo van de anderhalf liter grote driepitter en electro-power, stuurt die een straffe 326 pk naar alle vier we wielen.
De grootste verrassing is echter de iX1 xDrive 30e. Die beschikt over twee elektromotoren, die een systeemvermogen van 313 pk en een koppel van 494 Nm genereren: genoeg voor een sprint van 0 naar 100 km/u in 5,7 seconden. Het theoretische rijbereik ligt op 438 kilometer. Qua uiterlijk onderscheidt de volledig elektrische iX1 zich door blauwe accenten.
